Vande Walle: "Doelmannen worden te snel naar nationale ploeg geduwd"
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
Hebt u uw keuze voor Beste Doelman van 2000-2010 nog niet kunnen maken? Oud-international Philippe Vande Walle probeert u alvast op de goede weg te zetten. “We hebben weer een goede generatie.”
Phillipe Vande Walle heeft er een rijkgevulde carrière als doelman opzitten. Na zijn actieve loopbaan die hem langs Sporting Charleroi, Club Brugge, Germinal Ekeren, Lierse en E. Aalst leidde werd hij al snel keeperstrainer. Een functie die hij tegenwoordig nog steeds bezet bij zowel de Rode Duivels als KV Kortrijk. De 30-voudige Rode Duivel, die acht caps kon veroveren, is dan ook dé man om zijn mening te geven over het niveau van de ballenpakkers van de afgelopen tien jaar.
Zelf moest Vande Walle afrekenen met de concurrentie van Michel Preud'homme, Gilbert Bodart, Filip De Wilde en Dany Verlinden. "In België zijn we altijd verwend geweest qua doelmannen", zegt Vande Walle aan Voetbalkrant.com. "Vroeger hadden we Nicolai en Piot, Pfaff en Preud'homme. Daarna waren er ikzelf, Bodart, De Vlieger, Lemmens, Gaspercic,... noem maar op. En ook nu hebben we weer een goede generatie."
Toch ziet de voormalige extravagante doelman een evolutie in het vak. "Het verschil met tien jaar geleden is groot geworden. Een keeper is tegenwoordig veel meer betrokken bij de opbouw van het spel. Vroeger was het enige wat een doelman moest doen: de bal pakken en uittrappen of uitgooien. Nu komt er veel meer bij kijken. Zoals Silvio Proto onlangs zei: 'De doelman is de eerste aanvaller geworden'."
En Vande Walle ziet ook een kwalijke gewoonte opduiken. "En daarvoor kijk ik meestal naar jullie, journalisten. Na een paar goede prestaties wordt een doelman door de pers reeds naar de nationale ploeg geduwd. Vroeger had je heel wat meer nodig om geselecteerd te worden. Toen moest je al heel wat watertjes doorzwommen hebben vooraleer je een kans maakte. Tegenwoordig wordt iemand met vier goede matchen al als international gezien."
Lees meer: Beste Voetballer 2000-2010: Wie heerste er in doel?
Philippe Vande Walle liet voor ons zijn licht schijnen over de zeven geselecteerde doelmannen.
Daniel Zitka:
Het voorbeeld van professionalisme. Hij combineerde soberheid met efficiëntie. Een heel goede doelman die zijn ploeg punten opleverde op cruciale momenten.
De eerste woorden die bij mij naar boven komen bij Stijn zijn karakter en présence. Het is een doelman waarmee je niet zomaar in duel gaat, want hij staat vrij stevig op zijn benen.
Fréderic Herpoel:
De soberheid zelve. Hij is ook heel berekend. Of dat een goede kwaliteit is voor een doelman? Ja, want daardoor werd hij onopvallend in de goede zin van het woord.
Silvio Proto:
De man die de laatste tijd het meeste progressie maakte. Hij zit in een stijgende lijn. Met zijn mentaliteit kan hij ver komen. En natuurlijk bezit hij ook de kwaliteit.
Hij is de opportunist van de bende. Wat ik bedoel? Hij kon een hele wedstrijd geen werk hebben, maar toch plots uitpakken met een schitterende save. Hij legde ook heel wat spektakel in zijn spel.
Als we over een spektakelman praten, Bailly is er één. Hij heeft natuurlijk ook dat grote lichaam mee. Hij heeft de présence maar ook de durf om ballen uit iemands voeten te halen.
Danny Verlinden:
Tja, hoe moet je Danny beschrijven? Hij hield het altijd simpel, maar de efficiëntie droop er van af.
Door Johan Walckiers
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief