Reportage "Minder concurrentie dan vroeger bij Anderlecht”

Cheikh Tioté, Roland Lamah, Vadis Odjidja. Iedereen kent ze wel, iedereen weet ook dat ze hun opleiding kregen bij Anderlecht, en iedereen weet dat ze er niet doorbraken. Met Cheikh Kouyaté, Christophe Diandy, Ziguy Badibanga, Junior Kabananga en Bouba Sare lijkt het nu de andere kant op te gaan. “Er is minder concurrentie dan vroeger”, geeft clubspeler Olivier Deschacht exclusief aan Voetbalkrant.com toe.

“Vroeger kregen we soms het verwijt dat er enkel maar donkere jongens doorbraken bij Anderlecht”, reageert Technisch Directeur Jean Kindermans van de jeugdopleiding van Anderlecht. “Maar ik moet toegeven dat er een probleem geweest is na Vincent Kompany en Anthony Vanden Borre. Het gaat hem niet over de kwaliteit, maar over geduld. Jongens als Tioté, Lamah en Vadis wilden te veel te snel, terwijl we op dat moment geen ruimte hadden op hen een kans te geven in de eerste ploeg.”

Middelmaat niet genoeg

“Die jongens bewijzen nu dat ze voldoende talent hebben om het te maken in de voetbalwereld, maar toen ze hier speelden, was het te vroeg om door te breken bij Anderlecht. In sommige gevallen zijn spelers nog niet klaar, maar je moet ook weten dat er veel concurrentie is op Anderlecht. Alleen de toppers mogen op een kans rekenen. Als je middelmaat bent, schiet je tekort voor een club als de onze.”

"Anderlecht is niet de club waar je als jeugdspeler naartoe moet komen om een kans in de A-ploeg te krijgen", aldus aanvoerder Deschacht. "Anderlecht kan het zich niet veroorloven om spelers die nog niks bewezen hebben, zomaar kansen te geven. Het is altijd nu. Nu moet het gebeuren. Elke wedstrijd moet gewonnen worden, en dus moeten de besten spelen.”

“Bij Anderlecht moet het nú gebeuren, niet morgen.”

"Als centrale spelers hadden vooral Tioté en Vadis het moeilijk in hun tijd op Anderlecht”, herinnert Deschacht zich. “We hadden op dat moment Yves Vanderhaeghe en Lucas Biglia, die speel je niet zomaar uit de ploeg. Zij waren op dat moment gewoon incontournable voor Anderlecht. Als je als jonge gast in zo’n situatie komt, moet je geduld oefenen. Naar mijn mening hadden ze dat niet, of toch niet genoeg”, meent de blonde linkspoot van paars-wit.

Visie aangepast

Dat er qua visie iets veranderd is de voorbije jaren, daar kan ook Kindermans niet omheen. “Alle clubs hebben de laatste jaren ingezien dat het loont om met jeugd te werken. Niet alleen op het financiële gebied is het interessanter, maar ook om in de toekomst aan de normen van UEFA en FIFA te voldoen. En ja, ook Anderlecht heeft zijn beleid deels moeten herzien.”

Sare en Kabananga werden intussen uitgeleend. “Misschien moeten we de politiek van uitleenbeurten meer gaan toepassen”, bedenkt Kindermans zich. “Dat heeft ons met Proto (GBA, red.) en Kouyaté (Kortrijk, red.) doen inzien dat het werkt. Dat was ook het geval met Pär Zetterberg destijds. Mogelijk gaan we dus ook Diandy en Badibanga elders ervaring laten opdoen.”