Reportage “Charleroi zou een Belgische topclub moeten zijn”
Foto: © SC
De voorbije jaren nam eerste klasse afscheid van de Waalse clubs Moeskroen, La Louvière en Bergen. Charleroi en Eupen schieten als enige Waalse niet-topclubs over. “Maar er moet iets veranderen”, luidt de conclusie van sporteconoom Dejonghe.
Van de achttien eersteklassers in het seizoen 2004-2005 kwamen er vijf uit Wallonië. In tussentijd zijn er drie van hen helemaal uit beeld verdwenen. Moeskroen ging vorig seizoen op de fles. La Louvière is gefusioneerd met Couillet en spartelt rond in vierde klasse B. Dan gaat het RAEC Mons nog het best af. De Henegouwers spelen wel in tweede klasse, maar tonen opnieuw de ambitie om de Belgische elite te vervoegen.
Voetbalkrant.com vroeg zich af hoe het zo ver is kunnen komen en ging te rade bij sporteconoom Trudo Dejonghe. “Het heeft allemaal te maken met mismanagement”, aldus de docent. “Waalse clubs zijn bijzonder laks ingesteld. Ze profiteren met plezier van de gulle ingesteldheid van de intercommunales en de lokale overheden. Bovendien zijn de lonen er veel te hoog en is de basis er structureel verkeerd.”
“Het heeft allemaal te maken met mismanagement. Bovendien zijn de lonen er veel te hoog en is de basis er structureel verkeerd.”
Geen marketing
Laat ons beginnen bij Sporting Charleroi, dat voorlopig nog steeds deel uitmaakt van de Jupiler Pro League. “Charleroi is een drama”, windt Dejonghe er geen doekjes om. “Ze hebben nu dertien nieuwe spelers gehaald, allemaal vreemdelingen. Onbegrijpelijk. Moest Charleroi in Vlaanderen liggen, dan was het een Belgische topclub!”
“In Vlaanderen wordt immers wel een beleid gevoerd bij de eersteklassers. Clubs in Vlaanderen zijn zorgvuldig gestructureerd en hebben een sterke band met de lokale ondernemingen. De Waalse clubs trekken zich daar niks van aan, die hebben geen binding met de lokale bedrijfswereld.”
“De regio Charleroi telt 500.000 inwoners en heeft ongekend veel potentieel. De Borinage is één van de armste streken in België. Het zou een kweekvijver voor jonge talenten moeten zijn. Vergelijkbaar met Manchester en Liverpool in Engeland.”
“Maar wat zien we? Er breekt daar niemand door. Ze opteren liever voor een container buitenlanders. Dat is iets wat Standard toch beter begrepen heeft. Ze hebben hun oog laten vallen op de omgeving en daar zijn Axel Witsel en Mehdi Carcela het rechtstreekse resultaat van.”
Bij La Louvière hetzelfde verhaal. “Arme streek, geen geld, maar wel hoge lonen”, vertelt een op dreef zijnde Dejonghe. “Om te overleven hebben ze destijds in januari een hele bende spelers van de hand gedaan. Ik herinner mij onder meer Ishiaku en Klukowski, die toen naar Club Brugge trokken. De club overleefde louter door malafide praktijken. Maar dat blijft natuurlijk niet duren.”
“Charleroi is een stad met 500.000 inwoners en heeft ongekend veel potentieel. De Borinage zou een kweekvijver voor jonge talenten moeten zijn.”
Het failliet van Moeskroen is niet ver te zoeken. “Moeskroen kon overleven dankzij voorzitter Jean-Pierre Detremmerie, die ook burgemeester was van de stad. Moeskroen betaalde bijna de hoogste lonen in de Belgische competitie. Iedereen wilde er naartoe en niemand wilde er nog weg, een beetje zoals Lierse nu. Bovendien werd er veel geld in de club gepompt via die intercommunales. Zo kwam ook het stadion er. Maar aan marketing deden ze niet.”
Bedenkelijke figuren
Met de economische situatie heeft de problematiek van het Waalse voetbal niks te maken, meent Dejonghe. Als je kijkt naar Vlaanderen, zie je dat het wel kan, veel profclubs in een klein gebied. Wat er wel toedoet, is dat voetbal in Vlaanderen een sport is voor de middenklasse is. Iedereen is een potentiële toeschouwer. Bij de Franstaligen ligt dat anders. Het rijke volk gaat gewoon niet naar de stadions. En dat heeft natuurlijk een rechtstreeks gevolg op de sponsoring.”
“Een ander probleem zijn de bedenkelijke figuren die de Waalse clubs leiden, zoals Bayat”, besluit Dejonghe. “Ze voeren een slecht beleid, zijn niet helemaal zuiver op de graat en schoppen tegen ieders schenen. Zou jij daar als sponsor graag naartoe gaan? Ik in ieder geval niet.”
“Maar Charleroi zal altijd leefbaar zijn. Het probleem nu is dat niemand er wil investeren, maar als ze degraderen, zie ik ze wel snel terugkomen naar eerste. Tenminste, als ze hun verstand gebruiken en de club herstructureren. Zonder degelijk bestuur kan het immers niet verder.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief