Efficiëntie. Dat was het toverwoord dat Ajax in de vorige ronde met groots gemak voorbij Anderlecht loodste. Maar misschien hebben de Amsterdammers in de dubbele confrontatie met de Belgische landskampioen iets teveel van het voetbalgeluk geproefd.

Verschroeiende start
Ajax, met Jan Vertonghen en Toby Alderweireld in de basis, startte nochtans verschroeiend tegen Spartak Moskou. Het deed zelfs even denken aan de openingsfase van Anderlecht in het Astridpark. Met hetzelfde restultaat.

Trainer Frank de Boer zag zijn pionnen kans na kans afdwingen, maar bezoekend doelman Andrey Dikan bezorgde de Amsterdammers grijze haren. Siem De Jong liet in de eerste helft drie kansen op de openingstreffer liggen.

In het begin van de tweede helft kregen Jan Vertonghen en co het deksel op de neus. Maarten Stekelenburg kende een rustige avond, maar was kansloos op een afstandsschot van Alex. De Braziliaan sneed scherp naar binnen en kreeg alle tijd om het leer in de verste hoek in het mandje te leggen. Even voordien kopte Demy De Zeeuw nog op de bezoekende doelman.

Standbeeld voor Dikan?
Ebicilio, tweemaal, en Christian Eriksen waren nog dicht bij de gelijkmaker, maar die dekselse Dikan solliciteerde naar een standbeeld in Moskou. De Amsterdammers hebben volgende week in Moskou een klein mirakel nodig als ze toch nog een plaatsje bij de laatste acht willen veroveren.