Interview Martens: "Wie wacht er op iemand van 39?"
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Hoe zou het nog zijn met Sandy Martens? Onze redactie zocht de 39- jarige ex-international op in een Gents café dat al jarenlang voetballers aantrekt. De sympathieke Oost-Vlaming blikt terug op zijn profcarrière en geeft mee wat hij van de toekomst verwacht.
Waar kunnen we je tegenwoordig spotten op het veld, Sandy?
Momenteel nergens. Ik zou graag nog wat voetballen, maar het is niet evident om een club te vinden naar mijn goesting. Ik ben ook niet meer van de jongste, wie wacht er nog op iemand van 39?
En zie je een functie als trainer niet zitten?
Dat spreekt me momenteel niet aan. Ik denk eerlijk gezegd dat het niet in mij zit. Misschien ben ik daarvoor te braaf of is mijn zin om zelf te voetballen nog te groot. Maar wie weet in de toekomst. Als er een voorstel komt, ga ik dat niet meteen wegwuiven.
Hoe kijk je terug op je voetbalcarrière?
Met pijn in het hart. Ik had het enorm moeilijk toen ik afscheid moest nemen van eerste klasse. Je voelt dat je ouder wordt en je kan er niets aan doen, ook al voel ik me nog steeds fit. Dit seizoen kon ik zeker nog meedraaien in derde klasse, maar het is anders gelopen.
Wat was er aan de hand bij Oudenaarde?
Ik heb me er drie jaar goed geamuseerd, maar ik heb het gevoel dat ik het laatste jaar in het zak ben gezet. Ik had een prestatiegerichte overeenkomst voor een jaar, maar de trainer stelde me geen enkele keer op. Ik had de coach gevraagd wat ik fout deed. 'Niets', zei hij, 'integendeel'. Maar hij vertelde me dat hij liever jongens opstelde die nog twee of drie jaar een contract hadden bij de club.
Ik ben nu zeker niet aan het natrappen, maar dat is gewoon de waarheid. Oudenaarde komt er mooi uit door de hele zaak te verbloemen. Volgens hen zijn we in onderling overleg uit elkaar gegaan, maar dat is dus niet waar. Ik had er wel een goede band met de andere spelers. Het is enorm spijtig, maar het is gebeurd. Ik wou me nog eens een jaar helemaal geven in derde klasse, maar dat hebben ze me afgepakt. Vroeger zou ik er wakker van liggen, maar nu kan ik het meer plaatsen.
Op je 21ste had je het geluk dat AA Gent je kwam wegplukken bij vierdeklasser Olsa Brakel.
Er waren veel tweedeklassers geïnteresseerd in mij. Als spits had ik negentien doelpunten gemaakt in bevordering en dat hadden die clubs ook opgemerkt. AA Gent was de enige eersteklasser die me wilde wegplukken. Mijn keuze was dan ook snel gemaakt.
Voor aanvang van mijn eerste seizoen op het hoogste niveau dacht ik dat het al mooi zou zijn mocht ik een paar keer op de bank zitten. Twee weken voor de start van de competitie ging Foeke Booy terug naar Nederland en AA Gent had toen niet veel spitsen. Ik kreeg meteen mijn kans van Lei Clijsters.
Het was een mooi seizoen. Drie matchen voor het einde van de competitie wisten we ons te redden. Dat was een enorme ontlading op het veld. De fans liepen het terrein op en droegen ons op hun schouders. Het was enorm knap wat Clijsters had bereikt met spelers die allemaal uit tweede, derde of vierde klasse kwamen. Dat zou nu niet meer mogelijk zijn.
Je werd toen ook voor het eerst geselecteerd bij de Rode Duivels.
We gingen met de spelersgroep van AA Gent iets eten aan de Graslei en plots moest ik aan de telefoon komen voor een journalist. ‘Proficiat, ik heb net de voorselectie van de Rode Duivels bekeken en je bent geselecteerd.’ Ik geloofde het niet meteen, want Eric Viscaal maakte vaak grapjes en ik dacht dat hij me die avond beetnam. Mijn ouders bevestigden me later het nieuws.
Het was wel vreemd om met mannen als Paul Van Himst, Enzo Scifo, Marc Degryse en Luc Nilis om te gaan. Ik deelde met Nilis een kamer en de eerste nacht bleef ik stokstijf liggen (lacht). Maar ik werd meteen aanvaard en ze stelden me op mijn gemak. Het was top om het shirt van de Rode Duivels aan te trekken.
Na je periode bij blauw-wit kon je kiezen tussen Club Brugge en Anderlecht.
De onderhandelingen met Anderlecht waren al twee jaar aan de gang, het was een heel gedoe. Bij Club Brugge was het meteen in orde. Ik voelde dat zij me meer wilden. Maar dat eerste seizoen was een ramp met René Verheyen als trainer.
Het seizoen daarop werd Trond Sollied coach. Ik vind hem zonder twijfel de beste trainer. Hij heeft enorm veel voetbalverstand. Geef het huidige team van AA Gent aan iemand anders, geen enkele coach gaat hetzelfde uit die ploeg halen.
Ik heb wel vijf mooie jaren gehad bij Club Brugge. We speelden kampioen, haalden de beker binnen en speelden Europese wedstrijden. De club bood me nog een contract voor een jaar aan, maar AA Gent wilde me voor drie, vier jaar. Mijn keuze was dus opnieuw snel gemaakt.
Waarom moest je plots als rechtsback aan de slag?
Ik had net een zwarte periode achter de rug na een achillespeesblessure. Na zeven maanden kwam ik terug en Georges Leekens had beslist dat ik plots in de verdediging moest gaan meedraaien. Ik stelde me daar niet veel vragen bij. Maar dat was toch niet echt mijn plaats, ik was minder spelbepalend. Toch heb ik er goed mijn plan getrokken.
Hoe ben je in 2007 bij Beveren terechtgekomen?
Leekens had tal van spelers aangetrokken maar trok toen naar Lokeren. Sollied werd dan aangesteld, maar hij wilde andere spelers. Voorzitter Ivan De Witte verzekerde me dat ik zou blijven, maar een echte bespreking kwam er maar niet.
Ik moest dan een nieuwe club zoeken, maar dat was niet gemakkelijk. Beveren was achteraf gezien niet zo’n goede keuze, maar het was dat of een club in nog lagere reeksen. Daarna heb ik toch voor derde klasse gekozen.
Hoe vul je nu jouw dagen?
Ik heb een job die ik perfect kan combineren met mijn gezinsleven. Na het voetbal heb ik even niets gedaan, maar ik moet me kunnen bezighouden. Na het voetbal begint er ook een carrière, misschien wel de moeilijkste. Het zwarte gat wil ik absoluut vermijden.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief