Ibou: "Ik val niet graag op"
Foto: © SC
Ebrahima Ibou, de flankaanvaller van OH Leuven, doet het met zeven goals in de competitie voorlopig zeker niet slecht. "En dat terwijl doelpunten maken voor mij helemaal geen prioriteit is", zegt de Gambiaan.
De hele hetze rond de Gouden Stier op het shirt is niets voor Ibou, al vindt hij het een aparte traditie. “Ik had laatst nog een discussie over dat shirt met ploegmaat Koen Weuts. In andere landen bestaat dit niet, in België wel. Het is leuk voor een of twee matchen. Maar eigenlijk ook vreemd. Ik vind het dus niet erg dat ik het niet hoef te dragen. Integendeel, liever zo. Ik val niet graag op. Ik draag liever hetzelfde truitje als de rest.”
Goed voetballen en tegelijkertijd niet opvallen. Alvast geen evidente opdracht, vooral niet als je in zes van de zeven wedstrijden het net weet te vinden. “ik ben geen logische topschutter. Doelpunten maken is voor mij geen prioriteit. Nooit geweest. Goals aanbrengen was meer mijn taak. Eerlijk, een assist geven is mij evenveel waard. Die titel van topschutter is helemaal geen doel”, vertelt Ebrahima Ibou.
Volgens Ibou is het gevoel tussen trainer en speler doorslaggevend. “Bij trainers die me vertrouwen gaven, rendeer ik goed. Niet wanneer ik me een nummer zestien voel”, aldus Ibou tegen Het Nieuwsblad. “Czerniatynski bij Beveren was iemand die me voortdurend goede raad gaf. Waar ik moest lopen en hoe ik moest trappen. Toen was ik ook nog centrumspits, nu sta ik op de flanken. Ook bij trainers als Leekens, Van Wijk en Scifo ging het. Met bijvoorbeeld Hein Vanhaezebrouck niet. Al dan niet vertrouwen van trainer en ploegmaats krijgen, maakt toch 30 procent verschil.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief