Franse clubs maken zich grote zorgen

Sinds de grote successen van Frankrijk in 1998 en 2000 is de Ligue 1 een grote visvijver voor talent. Heel wat buitenlandse teams halen jonge voetballers weg voor ze goed en wel een gevestigde waarde zijn in de Ligue 1. Anderen kiezen door de Hollande-taks eieren voor hun geld en vertrekken desnoods naar exotische bestemmingen waar ze compleet uit beeld verdwijnen.

Zo is er Loïc Rémy die de Franse topclub Olympique Marseille verliet voor het Engelse QPR dat in een hevige degradatiestrijd is verwikkeld. Guillaume Hoarau ging zichzelf gaan 'begraven' bij het Chinese Dalian Aerbin. Nenê vertrok dan weer na het Qatarese Al-Gharafa.

Rennes-trainer Frédéric Antonetti ziet het gevaar: "Een club uit de kelder van de Premier League heeft een van onze beste spelers gekocht...", zei hij veelzeggend toen Yann M'Vila op het punt stond naar Londen te verhuizen. Uiteindelijk verkoos M'Vila om naar Rubin Kazan te vertrekken.

Oorzaak van de exodus is de Hollande-taks. Die taks zou de voetballers voor maar liefst 75 procent belasten op hun salaris. Dat zorgt voor nogal wat paniek, maar het voetbal is ondertussen al zodanig geglobaliseerd dat er keuze te over is: van Azië tot het Midden-Oosten.

De Ligue 1 is dus bang: het niveau van de competitie zal dalen, bijgevolg gaat ook het aantal toeschouwers achteruit en ook de tv-inkomsten zullen dalen. Wat dan dreigt, is de afgrond van de Ligue 1.

Bron: Sport/Voetbalmagazine