Interview "Hoe harder je roept, hoe serieuzer je genomen wordt"
Foto: © SC
Voor het tweede jaar op rij heeft Bergen zich met gemak gehandhaafd in eerste klasse. De Henegouwers hebben het kleinste budget van eerste klasse, maar doen daarmee grootse dingen. Dimitri Mbuyu legde ons uit hoe dat in zijn werk gaat.
Mbuyu is nu vier jaar sportief adviseur bij de club en bracht - samen met zijn team - een duidelijke visie mee naar de club. "Toen ik hier aankwam was het altijd wel iets. Ze vochten hier letterlijk, de spelers", stak Mbuyu van wal. "We hebben hier grote kuis gehouden en spelers met de juiste mentaliteit gezocht. En daarom hebben we ook heel wat Vlamingen aangetrokken. Samen met de Waalse spelers hebben we zo de juiste mix gevonden. Soms is het beter te kiezen voor iets minder kwaliteit, maar wel de juiste mentaliteit."
"We gaan voor stabiliteit en continuïteit"
En daarvoor nam Mbuyu zijn tijd. Twee jaar verbleef Bergen nog in tweede klasse om daarna de stap naar eerste te zetten. "We hebben ons niet laten verleiden om gekke dingen te doen. Ik pakte mijn tijd om een elftal te bouwen. De managers cirkelden rond als gieren, maar ik volgde mijn eigen weg. Waasland-Beveren heeft ook ondervonden wat al die managers kunnen veroorzaken en zij zijn er misschien wel ingetrapt in het begin van het seizoen."
Met het kleinste sportief budget van eerste klasse moest de vinger wel op de knip gehouden worden. "Je moet creatief zijn met weinig geld. Leuven - dat gelijk met ons promoveerde - kon zijn budget al met 2,5 miljoen euro optrekken. Dat is een hemelsbreed verschil. Als een jongen zoals Ibou dan wil blijven, maar bij OHL veel meer kan verdienen, moeten we hem laten gaan."
"Wij moeten het hebben van jongens die we kennen. Die in België reeds speelden en van wie we de kwaliteiten kennen. Jongens als Thomas Chatelle, Tim Matthys en Shlomi Arbeitman. Ze worden hier misschien niet betaald zoals bij andere ploegen, maar dankzij onze moderne infrastructuur - ik spreek dan niet over het stadion - konden we er een paar overtuigen."
Denis van Wijk werd dit seizoen gewisseld voor Enzo Scifo, meteen ook een schot in de roos. "Denis heeft hier fantastisch werk geleverd, maar op een gegeven moment ging het meer over zijn contractverlenging dan over iets anders. Net als Scifo wilden we pas verlengen als we mathematisch zeker waren van het behoud. Dat is een lijn die we volgden. Denis zijn ongenoegen straalde echter af op de groep en in de tweede ronde pakten we mede daardoor ook nog amper punten", doet Mbuyu het verhaal.
"Daarna moesten we de keuze maken tussen Enzo en Franky Van der Elst. Met Scifo haalden we een man van de streek en hij kon onmiddellijk zijn stempel drukken. Ik begrijp ook niet waar al dat scepsisme over hem vandaan kwam. Bij Moeskroen leverde hij ook goed werk."
"Hoe harder je roept, hoe serieuzer je blijkbaar genomen wordt"
Bergen is financieel gezond, maar wacht nu tot het stadion opgekalfaterd kan worden. "We hebben nog een groeimarge, maar daarvoor moeten we een heel stadion hebben en geen half", doelt Mbuyu op de lege tribune aan de overkant. "We maken voor het tweede jaar op rij geen verlies en dit seizoen zelfs lichte winst. De voorzitter zei dat het de eerste keer was. Met een paar transfers hebben we ook goeie zaken gedaan en als de optie op Perbet gelicht wordt, doen we nog betere. Dat is een win-win-situatie: hij wou weg en wij kunnen er aan verdienen. Hetzelfde voor Zola, die toch ook een belangrijke speler was."
"We willen continuïteit en stabiliteit. We willen uitgroeien tot een stabiel middenmoter die af en toe eens mag dromen van de topzes. Ik ga de voorzitter ook niet tot gekke dingen bewegen. We zullen altijd afwegen. Voor volgend seizoen moeten we nog een drie à viertal spelers bijhebben en daar kijken we nu ook naar. Met Arbeitman, Nyoni, Lorenzi en Chatelle hebben we al een deel van ons huiswerk gemaakt. En met Stefan De Mets hebben we iemand bij de jeugd die ook voor de doorstroming kan zorgen, want dat kwam er de laatste jaren te weinig uit."
Om af te ronden wou Mbuyu ook nog een vaststelling duidelijk maken. "Bergen krijgt weinig aandacht, maar ik heb de indruk dat hoe meer en harder je roept, hoe serieuzer men je neemt. Ik ben geen man van grote quotes, maar als ik dan zie dat de 'grote' redacteurs over mij en de club schrijven zonder me te kennen, stel ik me toch vragen. Er is nog geen enkele bekende journalist met mij komen praten over het inhoudelijke van voetbal, maar toch lijken ze mij allemaal te kennen."
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief