Interview Degraen: "We hebben niet elk jaar een De Bruyne of Courtois"
Foto: © SC
Dirk Degraen is globaal genomen tevreden over de transfers die KRC Genk realiseerde. Dat maakt de algemeen directeur duidelijk in een uitgebreid interview met Voetbalkrant. Verder praat Degraen ook over coach Mario Been en de succesvolle jeugdwerking van Genk.
Door Robby Morren
Wat zijn de voornaamste kwaliteiten van Mario Been?
“De voornaamste kwaliteit van een trainer is resultaten behalen. Naarmate dat je daarvoor bepaalde kwaliteiten moet hebben of niet is vaak ondergeschikt aan het resultaat zelf. Dat geldt ook voor Mario, daar moeten we niet onnozel over doen.”
“De kwaliteit van Mario die iedereen kan vaststellen is zijn heldere communicatie. Wat wij hier op de club kunnen vaststellen is dat hij zich aanpast aan alles rondom de club, de manier van werken en het omgaan met jeugdspelers. Hij staat altijd open voor de opmerkingen en vragen die wij over bepaalde dingen hebben. Dat betekent niet dat hij zijn eigen weg niet gaat. Laat duidelijk zijn dat hij alles beslist wat er op het veld gebeurt maar hij wil meedenken over alle zaken omtrent de club.”
Klopt het dat jullie specifiek naar een Nederlandse coach op zoek waren?
“Wij waren niet op zoek naar een Nederlander maar naar een coach die zoveel over mogelijk kwaliteiten beschikte van de pakweg tien die ik op papier had gezet. Daar kwam Mario als één van de drie beste uit en we zijn heel tevreden met onze keuze voor hem.”
"We moeten lessen trekken uit het verleden"
In hoeverre heeft Mario Been inspraak bij de transfers?
“Er zijn duidelijke afspraken. Wat betreft het transfergebeuren is Gunter Jacob de belangrijkste factor wat het sportieve betreft maar het is ondenkbaar dat daar geen gesprekken over zijn en dat daar geen inspraak zou zijn. In die zin wordt Mario daar zoveel mogelijk in betrokken maar Gunter heeft daar de belangrijkste stem in.”
Een trainer blijft wel een passant bij een club. Is dat iets waar je rekening mee houdt?
“We moeten lessen trekken uit het verleden. Op een bepaald moment hebben wij op vraag van Frank Vercauteren de functie van technisch directeur en coach gecombineerd. Wij denken als club dat dit heel moeilijk en misschien zelfs niet combineerbaar is. Daar hebben wij als club duidelijk de keuze gemaakt dat dat anders moet.”
Het vertrek van welke speler zou het moeilijkst op te vangen zijn?
“Wie zegt dat er één vertrekt? (lacht) Zodra er één vertrekt, wil dat zeggen dat de club daar mee akkoord is en tegen dan moet de club quasi klaar zijn om dat op te vangen. De toekomst zal dan uitwijzen of dat goed gebeurd is. Ik denk dat wij heel mooie voorbeelden uit het recente verleden hebben. We mogen zeggen dat we er tot nu toe redelijk in slagen om dat toch op te vangen en het zijn toch niet de minste spelers die vertrokken zijn. We gaan ervan uit dat als we zo verder werken en verstandig omgaan met de centen, dat we dan goede resultaten blijven behalen.
"Geen enkele Belgische club kan zeggen dat een speler niet te koop is"
Zijn er spelers die absoluut niet mogen vertrekken?
“Neen. Dat heb ik nog nooit gezegd van een speler. Wij zitten in België en er is geen enkele Belgische club, wat ze ook mogen roepen, die kan zeggen dat één van hun spelers niet te koop is. Dat is onzin. Maar de vraag is natuurlijk aan welke prijs.”
Als je andere clubs benadert voor een speler, speelt het feit dat je het financieel gezonde Genk bent dan mee?
“Ja, zeker wel maar ik zit toch liever in deze situatie dan in de andere. Als Genk aan de deur staat, zijn er bepaalde mensen die beginnen dagdromen maar het is mijn taak om ervoor te zorgen dat ze terug met de voeten op de grond komen.”
Van welke transfers bent u het meest en het minst tevreden?
“Globaal genomen ben ik van elke transfer wel tevreden maar het is niet aan mij om te zeggen wie hoeveel procent op zijn rapport krijgt, dat is interne keuken. Aan het aantal speelkansen dat de nieuwe jongens krijgen, zie je dat het toch geslaagde transfers zijn. Als je een Koulibaly ziet, kan je niet zeggen dat het een mislukte transfer is. De jongens die we in januari haalden blijken er ook te staan als ze invallen.”
Glynor Plet scoorde al heel wat doelpunten voor Genk maar hij moet volgend seizoen terugkeren naar Twente. Vind je dat jammer?
“Twente heeft een tijdje geleden aangegeven dat hij terug moet keren en daar hebben wij niets meer aan te zeggen. We hebben ons daar al gedeeltelijk op voorbereid en we zullen wel zien wat de volgende transferperiode geeft. Het heeft geen zin om daar spijt over te hebben, het is een beslissing van Twente en dat recht hebben ze.”
Jullie haalden Sandomierski maar hij speelde amper voor Genk. Welke plannen heb je met hem?
“Daar zullen wij een oplossing moeten voor zoeken. We weten dat er een optie staat in de overeenkomst met Blackburn maar als die niet gelicht wordt, zullen we daar een nieuwe oplossing moeten voor zoeken. Dat zullen we dan eerst met die jongen moeten bekijken. Het ziet er niet naar uit dat we met de huidige situatie Sandomierski terug zullen halen maar dat we een andere oplossing voor hem zullen moeten zoeken.”
"Het wordt moeilijker om talentvolle jeugdspelers te houden"
Genk heeft een uitstekende jeugdwerking. Wat zijn jullie troeven?
“Vooral het resultaat van onze jeugdwerking naar de doorstroming naar de A-ploeg en de appreciatie die de jongens krijgen als ze het daar waarmaken. Daarnaast vooral ook de volgende stappen die ze heel vlug kunnen maken door die vroege doorstroming. Dat valt op en dat maakt het soms makkelijker om die jongens aan te trekken. Aan de andere kant is onze jeugdwerking op zich ook uitstekend. Op dat vlak zijn wij een voortrekker in België.”
Dit seizoen kregen de jongeren minder speelkansen. Is dat een minpunt?
“Dat hangt ook van de jongeren zelf af en dat heeft Mario Been ook aangegeven. Je hebt niet elk jaar spelers als De Bruyne en Courtois. Ik denk dat er nog altijd goed mee omgesprongen wordt. Op onze stage waren er een zevental jongeren mee en er zitten er nu nog altijd voldoende in de kern. We zullen ook zorgen dat we daar in de kern van volgend jaar ruimte voor houden maar de kwaliteit is daar het belangrijkste criterium in.”
Is het moeilijk om jeugdspelers te houden?
“Dat wordt wel moeilijker omdat de concurrentie meer en meer gefocust is op het feit dat wij goed werken en dat is natuurlijk een dikke pluim voor onze jeugdwerking. Aan de andere kant maakt het dat niet makkelijker om die jongeren duidelijk te maken dat het gras niet groener is aan de andere kant van het kanaal. Op een bepaald moment kiezen de jongeren en hun entourage wat ze het belangrijkste vinden: de getallen en het geld onmiddellijk op de bankrekening of het sportieve plaatje en de manier waarop je vorderingen wil maken op korte termijn.”
Zouden er afspraken moeten komen tussen Belgische clubs omtrent de jeugdwerking?
“Enkele jaren geleden heb ik dat aangekaart op de liga maar daar was geen wild enthousiasme over. Wij zijn sterk genoeg om daar zelf tegen op te boksen maar als daar een gentlemen's agreement over kan zijn, zijn wij zeker bereid om daarover te praten.”
Lees ook deel 1: "Elk jaar voor de titel gaan? Daar moet ik mee lachen"
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief