Analyse Een vlekkeloos seizoen tot... de play-offs
Foto: © SC
Anderlecht is kampioen! De ploeg die sinds december als de gedoodverfde opvolger van zichzelf werd aangewezen, moest er echter bloed, zweet en tranen voor laten. Een analyse van een bewogen seizoen...
'It was a bumpy ride!' Het was een hobbelige rit. Dat is het minste wat je kan zeggen over de play-offs van Anderlecht, maar toch een rit die eindigde waar de aankomst gepland werd: de titel. Niemand die in januari een eurocent voor de kansen van de concurrentie zou overgehad hebben, maar zie: de halvering van de punten zorgde voor een extra druk die verrassend genoeg een apotheose opleverde die niemand zag aankomen.
De nederlaag in Charleroi schudde eind oktober het 'vedettengeheel' van John van den Brom wakker. Twaalf wedstrijden overdonderde paars-wit de rest van het peleton met wervelend voetbal en smeerde het aartsrivaal Club Brugge in het Astridpark zelfs een 6-1 aan. Het zou duren tot 3 februari eer de Brusselaars op eigen veld en tegen Standard nog eens kennis maakten met puntenverlies (2-2).
Januari: een indicatie
Een gelijkspel tegen Standard: accident de parcours en zeker geen slechte uitslag. Maar ook in januari was het spelniveau nog niet geweest wat het er voren was. Het laattijdig terugkomen van Biglia en Mbokani zorgde voor wrevel, zeker bij de supporters. Bedekt met de mantel der liefde stond Anderlecht nog steeds autoritair op kop, maar het was slechts een indicatie van wat nog komen moest.
Nog voor de play-offs begonnen waren, knaagde de concurrentie aan de voorsprong na gelijke spelen tegen Club en Gent en zelfs een verlies tegen Zulte Waregem. En tussendoor moesten Biglia en co ook nog eens de mentale dreun van de bekeruitschakeling - na niet toevallig met penalties de boot te zijn ingegaan - tegen Genk. Met slechts twee punten voorsprong op het verrassende Essevee moest Anderlecht de play-offs aanvatten.
En dat leek het moment waar de stress pas echt leek te gaan toeslaan. Een puike wedstrijd tegen Genk werd onbegrijpelijk verloren met 1-2. Geen paniek in de tent, maar op Standard stak de kritiek wel de kop op door de verdedigende keuze van Van den Brom en de duidelijke intentie voor een punt te zijn gekomen. Het zorgde ervoor dat op Neerpede (waar het oefencentrum van Anderlecht ligt) iedereen op de toppen van zijn tenen liep. En daar werkte het strafschoppencomples (12 op 18 gemist) niet echt bevorderlijk op.
Standard: het kantelmoment
Een pluim voor John van den Brom die op meesterlijke wijze de druk op dat moment op zijn eigen schouders nam en zijn spelersgroep in bescherming. Tegen Club en Lokeren werd vier op zes gepakt, maar verlieswedstrijden tegen Zulte Waregem en Club Brugge waren niet ingecalculeerd. De druk op crescendo, maar niets van te merken tijdens de training. Het voordeel van een rits spelers in je kern te hebben die weten wat het is om titeldruk te hebben.
Het keerpunt werd de wedstrijd tegen Standard. "De wedstrijd die we nooit konden verliezen", noemde Silvio Proto het achteraf. Overdreven misschien, maar niet veel, want zelden zo een sfeer meegemaakt in het Constant Vanden Stock-stadion. Anderlecht voetbalde niet op zijn beste niveau, maar toonde wel weer de vechtlust en mentaliteit van de kampioen, gesteund door zijn publiek.
Dat de 32ste trofee bij in het kastje geplaatst mag worden, mag Anderlecht ook danken aan zijn trainer. Tuurlijk, ook hij maakte cruciale fouten en viel uit zijn rol na de wedstrijd tegen Zulte Waregem, maar dat is niet onbegrijpelijk voor een jonge trainer met geen ervaring bij een topclub. Van den Brom toonde zich dit seizoen flexibel, want hij kwam met het idee van de 'Hollandse' 4-3-3 naar Brussel afgezakt. Op cruciale momenten durfde hij echter ook aan te passen en als puntje bij paaltje kwam, greep hij terug naar de automatismen van de ploeg die in november en december 'de rest' overheerste. Een keuze die hem geen windeieren legde.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief