Special Antwerp: "Terugkeer altijd in achterhoofd"

Jonas De Roeck is de kapitein die het Antwerpse voetbalschip moet gaan besturen. Het jeugdproduct van RAFC keert met de volle goesting terug naar de Bosuil. “De spelersgroep is klaar om de uitdaging aan te gaan.” Wel, dan mag the Great Old vanavond meteen Eendracht Aalst puntenloos naar Oost-Vlaanderen sturen.

De Roeck debuteerde in het seizoen 2000 – 2001 in het eerste elftal van Antwerp FC. De verdediger toonde zich destijds al een complete voetballer. Via Lierse SK, wijlen Germinal Beerschot en KAA Gent schopte de 33-jarige De Roeck het zelfs tot in de Bundesliga. Nu wil hij een laatste kunstje uithalen met de ploeg van zijn hart. “Ik heb de voorbije jaren een terugkeer naar de Bosuil altijd in mijn achterhoofd gehouden.”

"Ik heb de voorbije jaren een terugkeer naar de Bosuil altijd in mijn achterhoofd gehouden"

Het woord titel is dit seizoen geen taboe op de Bosuil. Toch wikt De Roeck zijn woorden. “De honger binnen de spelersgroep is enorm groot. We hebben een enorm zware voorbereiding achter de rug. (knipoogt naar Hasselbaink) Maar trainingen zeggen niets. Het is nu aan de spelers om het te bewijzen tegen Eendracht Aalst. De titel? Ik hoop dat we op het einde van het seizoen een feestje kunnen bouwen, maar er spelen zo veel factoren mee.”

De voorbije seizoenen was Antwerp er telkens als de kippen bij om de torenhoge ambities uit te roepen. Waarom zou het dit seizoen wel eens prijs kunnen zijn? “Ik ga niet over een project beginnen leuteren, want elke club komt met zo’n dossier naar buiten. Maar de ambitie is merkbaar aan alles wat Antwerp ademt. Ik merk ook dat familie en vrienden er deze keer echt in geloven. En die fans! (blaast) Die oefenpartij op het veld van Nottingham Forest leek wel een thuiswedstrijd.”

"Die oefenpartij op het veld van Nottingham Forest leek wel een thuiswedstrijd"

De halve Catalaan (De Roeck is geboren in Barcelona, nvdr.) krijgt bij zijn terugkeer meteen de aanvoerdersband aangemeten. Toch voelt hij zich niet meer dan eender welke speler in de kleedkamer. “Ik ben natuurlijk in de eerste plaats een aanspreekpunt”, besluit De Roeck. “Maar het is de spelersgroep die naar voren zal treden. Voor individuen is geen plaats in onze kleedkamer. Bovendien kan ik mijn ervaring op deze manier perfect doorgeven aan de vele jongeren in onze kern.”