Interview "Herkennen onze club niet meer"

Door Sander De Graeve

Roeselare – Mouscron-Peruwelz leek wel een vroegtijdig afkooksel van België – Frankrijk van komende week, dat kon u hier al lezen. Bij Roeselare stonden er toen maar liefst twaalf Belgen op het veld, Bij Moeskroen waren dat er drie, aangevuld met tien Fransen.

Het is het gevolg van het beleid van moederclub Lille OSC, dat  de spelers van Moeskroen zelfs in Rijsel laat trainen. Enkel op woensdag wordt er nog in Moeskroen getraind en de jeugd van het eigen trainingscomplex Futurosport krijgt geen kansen meer. Hetgeen wél aanwezig is, zijn de sportieve resultaten. Dat alleen is niet zaligmakend, net als destijds Beveren (uit de periode Guillou) en recenter Turnhout (busladingen vol Egyptenaren van Wadi Degla), verliest Moeskroen beetje bij beetje aan identiteit. LOSC B wordt de club momenteel op veel plaatsen genoemd.

Voetbalkrant.com interviewde supporter van het eerste uur Tim Knockaert. De man was één van de leiders van het legioen dat in vierde en derde nationale naam en faam verwierf.

Tim, jullie waren erg bekend in die periode, hoe kwam dat?

“We slaagden erin om veel supporters te mobiliseren naar uitmatchen, Mouscron on tour, heette dat. We hadden steeds tussen de 200 en 300 supporters mee op verplaatsing, dat gebeurt niet overal in derde en vierde. Naarmate het seizoen in derde vorderde, werden dat er steeds meer.”

Toen kwam Lille op de proppen. Hoe erg heb je die club zien veranderen sinds de overname?

“In derde en in vierde nationale vormden we één groep. Zowel het bestuur, de spelers en de supporters, het was één grote kliek. Aan het eind van het seizoen waarin we de promotie naar tweede afdwongen werd dan plots Philippe Saint-Jean opzijgeschoven. Toen was er al protest bij veel supporters. Wanneer daarna Lille dan nog eens besliste om Moeskroen in Rijsel te laten trainen was het hek van de dam.”

"Dit is geen Belgische club meer"

“De spelers veranderden ook en wanneer Moeskroen niet meer in Moeskroen traint, is er een groot verlies aan identiteit. We waren namelijk met enkele supporters steeds op post op de vrijdagavondtraining om de ploeg een extra steuntje in de rug te geven. We gingen toen steeds op bezoek bij de spelers en de trainer, dat is nu niet meer mogelijk. Als je nu ziet dat er in die match tien Fransen tegen een hele ploeg vol Belgen staan, dan weet je dat er een probleem is. Het is meer een Franse dan een Belgische club op dit moment.”

Ik heb vernomen dat je bij  van de felste tegenstanders van de Franse inmenging was, hoe hebben jullie je verzet?

“Met vreedzame acties en spandoeken. Er werd niet gescheld of amok gemaakt. Na een tijdje moesten we aan de ingang van het stadion alles laten nalezen en werden we dus gecensureerd. Zelfs boodschappen om de spelers te steunen werden eruit gefilterd.”

Het protest haalde niets uit, wat doet dat met een mens als de club van je hart zo drastisch verandert?

“Je bent vooral ontgoocheld. Ontgoocheld en kwaad om precies te zijn. We hebben met z’n allen praktisch een nieuwe club gevormd na het faillissement. Gedurende twee jaar organiseerden we van alles, en het draaide goed, die tijd. Alles was eigenlijk klaar en dan is Lille er gekomen. Die hebben alles veranderd.”

Wat er voorlopig wel nog is, zijn de resultaten, is het daarom dat Moeskroen toch nog supporters trekt?

“Ik ben ervan overtuigd dat we op eigen houtje ook wel terug in eerste nationale geraakt waren. Het had misschien iets langer geduurd dan nu misschien het geval zal zijn, dat wel. Ik heb liever een club met een ziel en een identiteit in tweede nationale, dan één zonder in eerste. Ook voor de jeugd is het een ramp. Futurosport werkte erg goed, het is een academie op het niveau van eerste klasse. Met Lestienne leverden we ook geen slecht werk af. Nu krijgen die helemaal geen kansen meer. Er zijn inderdaad jonge supporters bijgekomen aan het begin van het eerste seizoen in tweede. Hen verwijt ik absoluut niets. Ze identificeren zich met die nieuwe structuur en geven ook alles, zoals wij dat vroeger deden. Ikzelf ga niet meer kijken.”