Het huisvuil van de Jupiler Pro League

Door Cédric De Volder en Sander De Graeve

‘In voetbal is alles mogelijk’ is een veel gehoorde leuze op onze Belgische voetbalvelden. Stel dat een (fictieve) vastgoedmakelaar ergens nog een stamnummer op de kop kan tikken en – door een ondoorgrondelijk kluwen van het Belgische voetbalreglement – alsnog mag aantreden in de Jupiler Pro League. Is er dan nog tijd om snel-snel een elftal samen te stellen? Voetbalkrant.com zocht en vond alvast een leuke basiself.

Standvastigheid in doel

Als doelwachter is Bram Verbist hier dé nummer één. De Antwerpenaar begon enkele weken geleden aan zijn zevende seizoen onder de lat bij Cercle Brugge. De Vereniging haalde afgelopen week echter Joris Delle. Gevolg: de Fransman tussen de palen en Verbist bij het huisvuil. De groenhemden lieten wel nog weten dat Verbist – uit respect voor zijn jarenlange inzet – transfervrij mag vertrekken.

Maar ook op de bank kan je mooi volk posteren om de titularis onder druk te zetten. Jugoslav Lazic (Sporting Lokeren), Matz Sels (Lierse SK) en Michaël Clepkens (Waasland-Beveren) kunnen namelijk ook een balletje pakken. Zelfs RSC Anderlecht is geneigd om Davy Roef speelminuten te laten opdoen op het hoogste niveau.

Verdediging: de Nederlandse school

Onze (fictieve) vastgoedmakelaar ziet wel heil in het Nederlandse voetbalmodel. Net daarom kiezen ook wij voor een driemansdefensie. Centraal moet Daan Van Gijseghem de hete kolen uit het vuur halen. De verdediger leek een mooie carrière te maken na zijn debuut bij wijlen Excelsior Moeskroen. Het leverde hem een transfer op naar Club Brugge, maar op Jan Breydel brak hij nooit door. Ook Enzo Scifo vindt de Oost-Vlaming geen plaats waard bij RAEC Mons.

Op de flanken scheert KAA Gent dan weer hoge toppen. Met Rémi Maréval en Rafinha kan je naar de oorlog. Nochtans hebben beide flankverdedigers niet de eer en het genoegen om in de gloednieuwe Ghelamco Arena aan te treden. Gelukkig zorgt ons team voor de oplossing!

Ook in de defensie hebben we een alternatief achter de hand. Alessandro Iandoli (Standard) komt op Sclessin niet aan spelen toe en wil verkassen. Al voorzien wij ook voor hem slechts een plaats op de bank.

Knallen op het middenveld

Om het spel te maken heb je natuurlijk een middenveld nodig. En waarom zouden we Franck Berrier de lijnen niet laten uitzetten? De Fransman pakte vorig seizoen ei zo na de titel met Zulte Waregem, maar lijkt op weg naar de uitgang aan de Gaverbeek. Ook Astrit Ajdarevic (Standard) en Kennedy Nwanganga (KRC Genk) zijn momenteel nog steeds op zoek naar speelminuten.

Op de flanken maakt RSC Anderlecht dan weer het mooie weer. Fernando Canesin Matos en Jordan Lukaku moeten onze spitsen van voorzetten voorzien. Laatstgenoemde kan ons team wellicht voor een seizoen huren. Matos lijkt dan weer geen toekomst meer te hebben in het Astridpark.

Een koningskoppel in de aanval?

En dan zijn er natuurlijk nog doelpuntenmachines nodig om de kroon op het werk te zetten. Vergeet de furore die duo’s als Jan Koller – Tomasz Radzinski of Branko Strupar – Souleymane Oulare in het verleden maakten. Anno 2013 zijn Mémé Tchité (Club Brugge) en Mads Junker (KV Mechelen) dé onovertroffen keizers van het strafschopgebied.

Maar de concurrentie is – net als bij pakweg Chelsea FC – moordend in de aanval. Met Mushagalusa Bakenga (Club Brugge), Kim Ojo (KRC Genk) en Tom Boere (KAA Gent) staan enkele spitsen te trappelen om het ongelijk van onze coach te bewijzen.

En de ‘Trainer van het Jaar’ is…

Het woord is eruit: de coach. Wie moet ons collectief naar succes leiden? Georges Leekens en Franky Vercauteren zijn zeker in staat om bovenstaand elftal te leiden, maar onze voorkeur gaat uit naar Hugo Broos.

De voormalig oefenmeester van onder meer RSC Anderlecht, Club Brugge en  Trabzonspor zit immers al een tijdje voor de telefoon te wachten op een nieuwe uitdaging. Voetbalkrant.com wil hem dan ook de kans bieden om te bewijzen dat hij nog niet afgeschreven is. Ons team is er alvast klaar voor. Om het met de woorden van een succesvol coach te zeggen: “We pakken ze één voor één!”