Analyse Waarom in godsnaam nu punten sprokkelen?

Door Cédric De Volder

Standard raast als een hogesnelheidstrein door de competitie, RSC Anderlecht moet voorlopig de rol lossen en RAEC Mons lijkt – zeker na de bekeruitschakeling van gisterenavond – een vogel voor de kat. Enkele jaren geleden, voor de invoering van het door velen verketterde play-offsysteem, was de titelstrijd al voorbij in het Astridpark. Anderlecht telt immers al negen eenheden achterstand op Standard: zoiets was, behoudens een mirakel of twee, nooit meer goed te maken. Maar in hoeverre telt de klassementstabel van onze pintjesliga tegenwoordig nog?

De slagzin van Ariël Jacobs – die bovendien ook wel eens door John van den Brom wordt aangehaald dezer dagen – klinkt momenteel als muziek in oren voor alles dat paars en wit ademt. “We spelen elke week voor anderhalf punt. Aan het begin van play-off I worden alle tellers opnieuw op nul gezet en kan je van vooraf aan beginnen", dixit de oefenmeester. Akkoord, een gouden plak win je niet (enkel en alleen) tijdens de reguliere competitie. Het is echter wel een feit dat RSCA de laatste twee seizoenen play-off I als leider in ging en uiteindelijk de titel pakte.

Reden voor euforie bij de Rouches? Nee, helemaal niet. Toegegeven, de troepen van Guy Luzon leken de laatste weken – in eigen land dan toch – onaantastbaar. Maar aan de acht opeenvolgende overwinningen kan je geen verregaande conclusies vastknopen. De Vurige Stede blijft immers een kruitvat dat door het kleinste vonkje kan ontploffen. Ook Roland Duchâtelet – de ietwat excentrieke sterke man aan de boorden van de Maas – dreigt tijdens een transferperiode wel eens te goochelen met sterkhouders.

Nog opvallender is de situatie dezer dagen bij Club Brugge. Blauw-zwart trok met Michel Preud’homme een absolute topper aan, maar moest daarvoor Juan Carlos Garrido aan de kant schuiven. En dat alles terwijl Sport/Voetbalmagazine becijferde dat de West-Vlamingen in 2013 (en het gaat hier over een kalenderjaar, nvdr.) de meest succesvolle Belgische club waren. De Spanjaard vergaarde met zijn blauwhemden in totaal 54 punten. Dat is er eentje meer dan Standard en twee meer dan Zulte Waregem. Opvallend: landskampioen RSC Anderlecht sprokkelde slechts 45 eenheden. Conclusie? Kampioen word je niet op basis van punten, maar op basis van pieken?

Ondertussen stoomt het in de buurt van Bergen, Oostende en andere ‘mindere goden’. Clubs in acute degradatienood zouden immers een moord doen voor enkele puntjes extra. Onderaan zijn de (luttele) puntjes dan ook van levensbelang. Maar hé, dat zijn ze bovenaan ook. Doe maar eens navraag in de streek rond de Gaverbeek. Daar weten ze dat een puntje een wereld van verschil kan maken…