Interview Degryse: "Vossen, Hazard en Batshuayi moeten weg"

Degryse kende een rijk gevulde carrière, maar bleef naar eigen zeggen zelf te lang in België. Ook al was de competitie toen sterker. "In 1987 had ik weg moeten zijn, na dat goede jaar bij Club Brugge. Maar het Bosman-arrest was er nog niet en de clubs waren baas." 

"Achteraf bekeken ben ik inderdaad nationaal goed geweest, ik heb Europees en met de nationale ploeg mijn ding gedaan. Maar ik was geen Europese topper. Dat waren er niet veel. Welke Belg kan zeggen dat hij in het buitenland carrière heeft gemaakt? Preud’Homme, Pfaff, Gerets, Enzo (Scifo, nvdr.). Vandaag is dat helemaal anders. Als je nu in de Belgische competitie blijft hangen, dan blijf je stilstaan in vergelijking met de jongens die in de buitenlandse competities spelen."

"Als je international wil zijn moet je naar een andere competitie"

"In mijn tijd was dat anders. De Belgische competitie stond zijn mannetje. Er waren veel goede buitenlanders, er waren Nederlanders die naar hier kwamen. Nu is de Belgische competitie te zwak om je als voetballer te meten met de rest van Europa. In feite moet je, als je international wil zijn, naar een andere competitie gaan."

Dus ook spelers als Vossen, Hazard en Batshuayi staan momenteel eigenlijk stil. "Batshuayi, Vossen en Thorgan Hazard moeten zo snel mogelijk weg. We zeggen altijd dat spelers zo snel naar het buitenland trekken, maar voor die jongens is het vijf voor twaalf, willen ze de trein niet missen op internationaal niveau."

"Nu naar Spanje of Italië, dat wordt moeilijk voor Vossen"

"Bij Jelle is het de vraag: ‘Is dat voldoende voor de Italiaanse competitie?’ Fiorentina was geïnteresseerd, maar dat is niet zo evident. Voor hem is het misschien beter om naar Nederland te trekken. PSV, Ajax… Maar Genk zal dat misschien niet willen, en hij ziet dat misschien zelf ook niet zitten. Maar daar zou het lukken denk ik, en dan kan hij later nog altijd die stap zetten. Maar nu naar Spanje of Italië gaan? Dat wordt moeilijk."

Het verschil tussen België en de Europese topcompetities wordt te groot, vindt ook Degryse. "Het is eigenlijk te groot. Het is hetzelfde probleem als bij Nederland. Goede spelers gaan snel weg. We kunnen financieel niet concurreren. Jaar na jaar is het hetzelfde. Als je ziet wat er de voorbije jaren uit de Belgische competitie is vertrokken, dat is onwaarschijnlijk!"

"Anderlecht gaat iedere keer zo af in die Champions League"

Toch gaan clubs daar elk op hun manier mee om. "Maar de ene ploeg lost het beter op dan de andere, zoals Genk. Vooral Europees schieten de Grote Drie te kort. Club heeft al jaren niet meer overwinterd, of heeft toch geen belangrijke rol meer gespeeld. Standard ook te weinig. Een jaar niet Europees, en nu in een bijrol. Ze hebben natuurlijk vier- vijf jaar moeten verkopen, maar toch."

"En Anderlecht gaat iedere keer zo af in die Champions League. Dat doet natuurlijk geen goed. Het enige positieve is dat veel clubs nu toch veel meer kansen geven aan de jeugd. Maar met jongeren moet je natuurlijk geduld hebben en kan je niet gaan concurreren met de rest van Europa. En dat is wat we toch een beetje missen."

Marc Degryse: 30 jaar topvoetbal

In 1983 tekende Marc Degryse zijn eerste profcontract bij Club Brugge. De volgende jaren werd hij één van de beste voetballers die België ooit had: bij de Rode Duivels, bij Anderlecht, bij AA Gent (na een omzwerving in Nederland en Engeland) en bij Germinal Beerschot. Hij was 37 toen hij stopte met voetballen.

Bij Club Brugge kende hij daarna een woelige en memorabele passage als sportief directeur. De laatste jaren is hij een van onze scherpste en schranderste voetbalanalisten, op televisie en in de kranten.

Degryse blikt in dit boek terug op 30 jaar topvoetbal. Hij vertelt en analyseert fel, zonder terughoudendheid, even snedig als hij als voetballer was. Spelers, trainers, voorzitters, clubs, bondscoaches: allen passeren zij de revue – Degryse geeft zijn ziel bloot en zegt onbevangen zijn gedacht.