Club meester in de stilstaande fase: "Vreemd dat het niet vaker gebeurt"

Wie vroeger meermaals op de goede plaats stond om binnen te knikken was Eric Van Meir. "Veel hangt af van je eigen kwaliteiten. Club Brugge heeft nu eenmaal een heel atletische ploeg die goed beweegt", vertelt de ex-verdediger bij Voetbalkrant.com. "Nicolas Castillo is niet van de grootste, maar zeer krachtig. Het is raar dat het in het voetbal niet vaker gebeurt. Dat zijn zaken die je op voorhand kan afspreken."

Vazquez legt de ballen waar hij wil

Dat blauw-zwart niet één veldgoal maakte in de JPL vindt Van Meir geen probleem. "Corners en vrije trappen horen erbij om de tegenstander te verschalken", zegt hij. "De manier waarop is niet belangrijk. Op tactisch gebied kan je voor een wedstrijd nooit voorspellen wat er gebeurt, maar bij stilstaande fases kan dat wel. Op basis van hoe een tegenstrever verdedigt kan je bepaalde zaken inoefenen. Dat is redelijk zwart-wit."

Bepaalde coaches als Michel Preud'homme en Hein Vanhaezebrouck zijn meester in de stilstaanfase. "Vroeger had je Harm van Veldhoven die er een crack in was. Bij KV Mechelen waren die ingestudeerde nummertjes altijd fraai om zien. Bij Georges Leekens was dat zelfs zijn stokpaardje. Heel veel lengte en beweging in de eerste en tweede zone, dat valt op als er dan een doelpunt uit voortkomt. Vandaar dat Club nu in de picture staat."

Toch is volgens Van Meir de aangever de belangrijkste factor. "Alles begint bij de trapper. Als die bal niet goedkomt mag je zoveel instuderen als je wil. Uiteraard moet je een zeker instinct hebben om je tegenstrever af te bluffen. Als je ploegmaats daarop inspelen, zetten ze wel eens een blok om in de ruimte te duiken. Maar de eerste vereiste is natuurlijk een goeie corner of vrije trap. Vazquez is zo'n jongen die de bal legt waar hij wil."