Jong én Belgisch: hoe scoren onze topclubs?

Door Cédric De Volder

De Premier League loopt vol met landgenoten. KRC Genk zag niet lang geleden nog Thibaut Courtois én Kevin De Bruyne naar een topcompetitie trekken en ook anno 2014 loopt er met onder meer Hans Vanaken en Youri Tielemans een pak jong talent op de Belgische velden. 

Anderlecht primus

Het hoeft momenteel niet te verwonderen dat vooral RSC Anderlecht uitstekend scoort op deze schaal. Met Dennis Praet, Youri Tielemans, Nathan Kabasele en Leander Dendoncker zijn er zelfs vier jongeren die ofwel een basisplaats hebben ofwel regelmatig aan spelen toekomen. Maar Neerpede heeft nog een pak meer te bieden. Davy Roef, Samuel Bastien, Aaron Leya Iseka en Andy Kawaya kloppen namelijk nadrukkelijk op de poort. Extraatje: met Thomas Kaminski werd zelf een enorm potentieel uitgeleend.

Club hijgt in de nek

Maar Club Brugge hoeft amper onder te doen voor de landskampioen. Met Bjorn Engels, Brandon Mechele en Nikola Storm heeft ook Michel Preud'homme drie volwaardige pionnen uit de Club Academy ter zijner beschikking. Ook Laurens De Bock is jong en Belgisch, terwijl Sander Coopman en Boli Bolingoli dit seizoen ook minuten zullen verzamelen. Ook hier een extraatje: er werd een half leger uitgeleend aan Royal Mouscron-Péruwelz. Al komen die jongens er voorlopig amper aan spelen toe.

Buffalo's en Standard op gedeelde derde plaats

De Ghelamco Arena hoopt vurig op nieuwe successen, terwijl de fans van de Rouches graag jong talent aan het werk zien. Ook in Gent en Luik hetzelfde verhaal: de Belgische jeugd krijgt in geringe mate haar kans. Benito Raman, Brecht Dejaegere, Matz Sels, Thomas Foket en in mindere mate Hannes Van Der Bruggen, Jinty Caenepeel en Jari Vandeputte aan de blauwe kant, Paul-José Mpoku, Dino Arslanagic, Julien de Sart en in mindere mate François Marquet en Sammy Mmaee aan de rode zijde.

Limburg blijft achter

KRC Genk werd de voorbije jaren geroemd voor haar uitstekende jeugdopleiding, maar in de A-kern blijven de jongeren toch achter. Pieter Gerkens en Siebe Schrijvers worden als toptalenten bestempeld, maar moeten nu ook echt hun kans krijgen. Verder is het (bijna) vruchteloos zoeken naar namen die de hoop moeten vullen.