Interview Vanaudenaerde over de malaise bij Antwerp: "Op tafel kloppen, desnoods er doorheen"
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Het gaat niet goed met Royal Antwerp FC. Zaterdag verloren de troepen van coach Stricker na twee cadeau's nog van Virton. Rechtsback Günther Vanaudenaerde tekende voor een assist, maar baalde achteraf als een stekker.
Sander De Graeve in Antwerpen
Voor de rust was het nog goed bij Antwerp, maar na de koffie gaf het zomaar twee goals weg. “We stonden goed in de organisatie, de passing was ook goed. Alles was wat het moest zijn toen we naar binnen gingen. Maar toen we terug buiten kwamen gaven we het kinderlijk weg. Het lijkt wel alsof het hier vervloekt is voor ons. Alsof we niet mogen winnen”, aldus Vanaudenaerde.
Vooral de penaltyfout zat hem hoog. “Daar mag hij nooit gaan tackelen. Die gast stond op de achterlijn, van daar kan hij hem nooit binnen trappen. Ik en Gertjan hadden bovendien onze man onder controle. Bij die tweede goal zag ik niet goed wat er precies gebeurde, maar Boeckx was alleszins woest.”
Ik ben geen twintig meer
Antwerp kreeg al vaker te makkelijke goals tegen. Vanaudenaerde krijgt er een punthoofd van. “We zijn een hele week bezig over die kinderlijk makkelijke goals die we slikken en dan gebeurt dit. Of het pech is? Ik ben dertig, hé, geen twintig. Op een gegeven moment moet je het onderscheid kunnen maken tussen pech en eigen fouten. We moeten stoppen met de handen boven het hoofd te houden, het ligt aan onszelf.”
Hij is scherp voor zijn jongere ploegmaats. “Of ik iets gezegd heb na de match? Neen, ik heb mij ingehouden. Volgende week ga ik toch eens stevig op tafel kloppen. En als het moet er doorheen. Het gaat eens hard tegen hard zijn. Ik ben één van de anciens, maar wat is dat nog waard in het voetbal? De jeugd is veranderd. Als je dingen op een positieve manier wil aanhalen, wordt dat niet altijd zo opgevat.”
We moeten het doen voor de supporters
Hij vindt dat de trouwe supporters meer verdienen. “Voor wat we het moeten doen? Voor die achterban. Dat ze eens kunnen stoppen met fluiten, dat ze eens content naar huis kunnen gaan. En voor de centen ook. Ik zit in het vak om geld te verdienen. Die match moet je toch spelen, dan heb ik liever die premie. Maar vooral voor de supporters. Dat ze eens kunnen applaudisseren in plaats van ons uit te jouwen. Dat mogen ze trouwens, ze hebben overschot van gelijk.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief