Duitse traditieclubs in verval: op zoek naar de kiem van de teloorgang

"Er zijn verschillende verklaringen die niet op elke club van toepassing zijn", steekt Van Doorslaer van wal. "Van de achttien teams in eerste klasse zijn er veel traditieclubs. Statistisch gezien is het begrijpelijk dat die onderaan komen te staan."

"Slechts vier à vijf clubs, met een goed beleid en prachtige infrastructuur, horen daar niet bij. Augsburg heeft bijvoorbeeld het eerst klimaat neutrale stadion en wekt zijn eigen energie op. Hoffenheim heeft ook een heel moderne managervisie, net als Mainz."

Noord-Zuid

"Het is geen toeval dat die drie clubs zich in het zuidelijke landsdeel bevinden", gaat Van Doorslaer verder. "Die twee deelstaten, Beieren en Baden-Württemberg, zijn de gezondste en de rijkste. Daar geraak je makkelijker aan goede sponsors en managers, in tegenstelling tot de traditieclubs uit het Noorden."

Stuttgart is in die zin de uitzondering die de regel bevestigt meent Van Doorslaer. "Daar heeft het enkel te maken met slecht beleid. Het bestuur is al verschillende keren vervangen en manager Fredi Bobic werd ontslagen. Met de Mercedes-Benz Arena zijn er nochtans veel mogelijkheden."

"Ook bij Hamburg zit het structureel fout. Ze spelen al verschillende jaren tegen de degradatie en ontsnapten vorig jaar pas op het nippertje. Het ziet ernaar uit dat dit opnieuw zal gebeuren. Nochtans zouden deze twee clubs kort na Bayern, Dortmund en Schalke 04 moeten komen."

Dortmund geval apart

Voor Bremen en Dortmund gelden volgens Van Doorslaer andere factoren. "Bremen is een ploeg die boven zijn stand heeft geleefd. "Ze trokken destijds toppers als Miroslav Klose en Diego aan, maar met hun kleiner stadion is het moeilijk om aan de top te blijven."

"Dortmund is een geval apart en zit in een decompressiefase", besluit Van Doorslaer. "Die club heeft gemiddeld het grootste toeschouwersaantal van Europa en wordt heel goed geleid. Bayern richt elk jaar zijn pijlen op hun spelers en weet goed waarom." (DG)