Hoe Anderlecht nog toppers kan binnenhalen

Marin is één van die jongens die op een zijspoor zaten, maar hun carrière willen herlanceren. Dat ze dat bij Anderlecht willen doen, is te danken aan enkele figuren die op de achtergrond werken.

Vier extra troeven

Luciano D'Onofrio: Anderlecht gebruikt steeds meer het netwerk van de voormalige sterke man van Standard. Zijn uitgebreide relaties met alle topclubs in Europa zijn een voordeel in de strijd om grote namen naar het Constant Vanden Stock-stadion te halen. 

Mogi Bayat: Bayat was gisteren ook aanwezig bij de persvoorstelling van Marin. Achter de schermen lobbyde hij met zijn manager om hem naar het Astridpark te halen. Bayat heeft de Belgische markt in een 'wurggreep' en regelt meer dan de helft van de transfers. Ook internationaal begint hij daarmee naam te maken.

Besnik Hasi: De coach spreekt een stuk of acht talen en is net als de manager van Marin Albanees. Dat hij spelers in hun eigen taal kan aanspreken, speelt altijd een rol. Daarbij heeft hij grote inspraak in de transfers en als er iemand zich komt aanmelden, is het met zijn fiat.

De infrastructuur: Het trainingscomplex van Anderlecht is 'state of the art'. Dat ze er zoveel geld inpompten heeft al meer dan één keer zijn vruchten afgeworpen. De spelers kunnen perfect begeleid worden en dat spreekt zeker buitenlandse spelers aan.