Champions League-finalisten doorgelicht: meer aan elkaar gewaagd dan je zou denken

Road to the final

Barcelona kende geen enkele moeite om de groepsfase door te komen. Tegen PSG, Ajax en Apoel Nicosia werd 15 op 18 gepakt. Enkel op het veld van PSG werd met 3-2 verloren, Messi was er toen niet bij vanwege een blessure.

De ploeg van Luis Enrique kreeg na de groepsfase drie kleppers voorgeschoteld. Manchester City, PSG en Bayern München, allen gingen ze één voor één voor de bijl.

Juventus had het iets moeilijker. In een groep met Atlético Madrid, Olympiakos en Malmö FF eindigde de Oude Dame met 10 punten als tweede. Na de groepsfase kregen ook de mannen van Allegri niet de makkelijkste tegenstanders. Het schakelde achtereenvolgens Dortmund, Monaco en Real Madrid uit.

Vormpeil

Barcelona verloor in deze editie maar twee keer, tien keer stapte het met de overwinning van het veld. 

Juventus deed het net iets minder goed. Zij verloren ook twee keer en speelden drie keer gelijk. Het is wel van oktober geleden dat het Europees nog een nederlaag leed. 

In de eigen competitie staat Barcelona aan de leiding en stevent het af op zijn vijfde landstitel in zeven jaar tijd. Juventus heeft zijn vierde kampioenschap op rij al binnen. Het speelt net als Barcelona ook nog de finale van de beker.

Scorend vermogen

Het doelpuntenaantal van de Catalanen staat op 28, dat van de Italianen bleef hangen op 16. Een duidelijk verschil dus, al hoeft dit niet te verbazen. Het wondertrio Messi-Neymar-Suarez scoorde samen 25 van die doelpunten.

Aan de andere kant is Tevez-Morata het aanvalsduo om in de gaten te houden. Zij vonden 11 keer de weg naar het doel. Als ex-speler van Real Madrid zal Morata zich zeker willen tonen in de finale.

Defensief lijken beide ploegen meer aan elkaar gewaagd te zijn. Ter Stegen moest zich 10 keer omdraaien, Buffon maar 8.

Onderlinge confrontaties

Beide ploegen stonden al acht keer over elkaar in Europees verband. Misschien toch wel verrassend, trok Juventus vier keer aan het langste eind. Barcelona won twee keer en twee keer eindigde het in een gelijkspel.

De laatste keer dat ze elkaar in de ogen keken was in de kwartfinale van de Champions League in 1991. Toen wist Juventus door te stoten.