Oude gloriën Bernd Thijs: "Niet meer kunnen voetballen met mijn zoontje doet nog het meeste pijn"
Foto: © photonews
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
Elke woensdag gaan we grasduinen in het verleden en kijken naar het heden van de oude gloriën die ons voetbal rijk zijn. Zo hebben we ook Bernd Thijs, die erg snel moest stoppen met voetballen en nu als assistent van Vanhaezebrouck grote sier maakt bij kampioen AA Gent.
Thijs begon zijn profcarrière bij Standard. Na vijf seizoenen nam Genk hem over. Daar was hij meteen een van de sterkhouders.
Hij was er vier jaar basisspeler en leverde sterke prestaties. Het Turkse Trabzonspor besloot hem dan ook over te nemen, maar daar kwam hij amper aan spelen toe.
De roodharige rechterpoot speelde er amper een dikke tien wedstrijden. Toch kon hij na dat mislukte seizoen opnieuw naar een buitenlandse club. Ditmaal was Borussia Monchengladbach de bestemming.
Hier wierp hij zich op als een leider, maar omwille van blessures speelde hij niet elke wedstrijd mee. In 2007 werd zijn contract beëindigd en keerde hij terug naar België. Wie verwacht had dat zijn carrière in het slop zou raken, zat ernaast.
Tweede loopbaan
Bij AA Gent speelde hij nog zeven seizoenen, met als individuele hoogtepunt een seizoen van 12 goals in 32 wedstrijden. In zijn laatste twee jaren bij de Gentenaars kwam hij - opnieuw door kwetsuren - nog amper aan spelen toe.
Vorig jaar besliste hij om op 34-jarige leeftijd zijn schoenen aan de haak te hangen om hulptrainer te worden en hij ging aan de slag als assistent bij de Buffalo's.
"Ik heb hier zeven jaar lang als speler alles gegeven en ik wil de club mee blijven helpen", gaf Thijs daarover aan. "Ik kan niet meer helemaal in de groep staan, maar ik zit er wel dicht bij. Ik wil helpen waar ik kan en de A-ploeg er zo bovenop helpen en resultaten neerzetten."
Elke keer ik op een bal trap beklaag ik het me
Toch doet het afscheid van de actieve loopbaan pijn. "Niet meer kunnen voetballen met mijn zoontje of ravotten met mijn dochters, dat doet nog het meeste pijn", aldus Thijs zelf.
"Hopelijk kunnen de dokters nog iets doen aan mijn knie, waardoor het nog iets beter wordt. Want elke keer ik nu op een bal trap, beklaag ik het me de dag nadien."
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief