Iedereen heeft schrik van het Stayense kunstgras

We spraken deze week met verschillende mensen die verantwoordelijk zijn voor de infrastructuur en aanleg van die kunstgrasvelden. Allemaal zijn ze het roerend eens over één zaak: "Voetballen op kunstgras vraagt een aanpassing! Dat is helemaal niet hetzelfde als op een gewoon veld spelen."

Hernan Losada, onze huisanalist, is er geen voorstander van. "Wij trainen met Beerschot-Wilrijk ook op kunstgrasvelden en dat voel je aan je lichaam. Ik heb me moeten aanpassen, want mijn spieren deden na de eerste trainingen allemaal pijn. Zelfs trainen op kunstgras is al moeilijk, laat staan spelen."

Enorm voordeel voor wie het gewend is

"Een bal rolt anders, een bal botst anders en spelers lopen sneller blessures op. Maar voor wie er gewend is op te spelen, is het een enorm voordeel", aldus Jean-Claude Collignon, al jaren verantwoordelijk voor de velden op Anderlecht.

"Ik ken elk grastype en heb vergaderingen gehad met tientallen veldaanlegbedrijven. Wij spelen op een veld dat geïnjecteerd is met een soort vezels, waaraan de wortels van het gras zich kunnen hechten. Zo voorkom je dat grote stukken grond mee uit de grond komen. Dat is dus absoluut geen kunstgras", vertelt Collignon.

Je kan je spelers nooit echt voorbereiden

Bij de tegenstanders is een tripje naar Stayen dus zeker plezierreisje naar de fruitstreek. Met 7 op 9, met daarbij 6 op 6 tegen Club Brugge en Genk mag Charleroi dit weekend ook gewaarschuwd zijn. "Ik heb er al de hele tijd op gehamerd", knikt Felice Mazzu als we het hem voorleggen. 

Bij Club Brugge weten ze trouwens van de openingsspeeldag nog altijd dat het geen sinecure was. "Onze spelers waren dat niet gewend", zei assistent Philippe Clement. "We hadden daar nochtans de nadruk op gelegd in de voorbeschouwing, maar je kan ze nooit echt voorbereiden."

Tja, STVV zal wel weten waar het zijn punten moet sprokkelen...