KVC Westerlo en KRC Genk houden het op een scoreloos gelijkspel
Foto: © Photonews
KRC Genk blijft aanmodderen. De Limburgers kwamen nu ook bij KVC Westerlo niet verder dan een scoreloos gelijkspel. Meer zelfs: de rode lantaarn had de overwinning wél verdiend.
KVC Westerlo en KRC Genk proefden al een lange tijd de zoete smaak van de overwinning niet meer. Bob Peeters hoopte elf herstelde Kemphanen te zien na de pandoering van een weekje geleden, terwijl Peter Maes vasthield aan de ploeg die RSC Anderlecht in bedwang hield.
Gemiste (dure) strafschop
De wedstrijd kon eigenlijk niet slechter beginnen voor de thuisploeg. Al na amper drie minuten duwde Neeskens Kebano een doorsteekbal voorbij Koen Van Langendonck. Gelukkig voor de Kemphanen hing de vlag te wapperen en werd het doelpunt afgekeurd. Het deuntje voor de match - ’I Will Survive’ van Gloria Gaynor - was toepasselijk.
We schreven het al meermaals, maar ook vanavond stond Westerlo lang niet slecht te voetballen. Veel inzet, enthousiasme en bij momenten zelfs leuke combinaties. Maar het zit allemaal niet mee. Op slag van rusten kregen de geelhemden een strafschop. Filip Daems mist amper, maar… nu dus wel.
Een niet te missen kans…
Het duurde tot na de pauze vooraleer Genk de neus nog eens aan het venster stak. Zie je al zo’n kans voor je die zelfs je negentigjarige grootmoeder zou scoren? Wel, Neeskens Kebano slaagde erin om te missen. De leuke vooractie van Leon Bailey ten spijt.
Khaleem Hyland lepelde het leer nog enig mooi in doel, maar Lawrence Visser had het spel al stilgelegd voor een botsing tussen Bizot en Sébastien Dewaest. Verdere kansen? Westerlo was baas in het spel, maar doelrijpe mogelijkheden bleven meer dan schaars in de regenachtige Kempen.
Miserie, miserie, miserie!
Op die manier bleef iedereen op zijn honger zitten. Het puntje was dan wel een opsteker voor Westerlo, maar de Kemphanen hadden drie punten voor het oprapen. En wat moeten we zeggen van Genk? Laten we even Fernand uit FC De Kampioenen citeren: ”Man, man, man,… Miserie, miserie, miserie!”