Maarten Martens overschouwt: "Van Gaal zei het al op mijn 23ste: dat is geen lichaam voor topsport"

Martens overschouwde zijn carrière en moest concluderen dat er meer had ingezeten indien zijn lichaam had meegewild. Hij zat altijd op het randje van de Rode Duivels, maar in 2007 zat hij voor de laatste keer op de bank... tegen Portugal. "Tot voor het WK in Brazilië zat ik geregeld in de voorselectie", vertelt hij in Het Nieuwsblad.

"Ergens leefde er nog een sprankeltje hoop dat ik misschien eens zou worden geselecteerd. Toch stak het nooit om mijn leeftijdsgenoten te zien spelen. Wie de Europese top wil halen, moet op alle vlakken bovengemiddeld goed zijn. Ik kon die stap niet maken, wellicht omdat ik te frêle was. Dat moet ik durven toegeven."

En toch ben ik tevreden

Louis van Gaal zag het al acht jaar geleden. "Ik ben nooit jaren aan een stuk fit geweest, waardoor ik nooit kon investeren in mezelf. Na mijn 25ste gingen mijn extra uren buiten de trainingen niet naar pakweg vrije trappen, maar naar behandeling van blessures en het terugvinden van mijn niveau. Waardoor ik niet verder kon evolueren."

"Ik herinner me dat ik op mijn 23ste herstelde van mijn eerste kruisbandletsel bij AZ. Ik zat bij de fysio en vond dat de trainingen aan mijn bovenlichaam zijn vruchten afwierpen. Dat zei ik ook zo aan de fysio. Een minuut later stak Louis van Gaal zijn hoofd om de deur. Die zei, half lachend: zie dat nou, dat is toch geen lichaam voor topsport. Daar zat een grond van waarheid in. En toch kijk ik voldaan terug op mijn carrière: ik werd kampioen, speelde een EK voor beloften, Olympische Spelen. Ik ben tevreden."