Belgische U21 presteren niets sinds Olympische Spelen van Peking
Het gaat niet goed met de nationale ploeg van de U21. Na twee pijnlijke nederlagen tegen Montenegro (3-0) en Letland (0-1) kwam er veel kritiek op spelers en staf. Hoe goed deden hun voorgangers het? Voetbalkrant.com zocht het uit.
Elke voetballiefhebber weet het nog, in 2008 speelde België fantastisch op de Olympische Spelen in Peking. De regel op de Spelen was dat de spelers maximaal 23 jaar mochten zijn, op uitzondering van drie jongens. Onze jonge Duivels deden het schitterend en haalden de halve finale, waarin ze verloren van Nigeria met 4-1. Ook in de troostfinale werd er verloren, deze keer van Brazilië. België eindigde als vierde en greep naast de medailles.
Heel wat jongens van die selectie schopten het tot de eerste ploeg. Denk maar aan Jan Vertonghen, Thomas Vermaelen, Marouane Fellaini of Mousa Dembélé. Toch lijkt dit de laatste generatie die echt succes kende op dat niveau.
Het is opvallend dat er sinds Peking geen enkel U21-ploeg zich kon plaatsen voor een Europees kampioenschap, dat om de twee jaar georganiseerd wordt. Zowel voor het EK in Zweden, Denemarken, Israël, Tsjechië als Polen wisten we ons niet te kwalificeren.
Van U18 naar eerste ploeg
Van de huidige selectie zijn er na de lichting van Peking weinig jongens die veel voor de nationale jeugdploegen speelden. Kevin De Bruyne heeft maar twee wedstrijden voor de U21 op zijn palmares en Romelu Lukaku doet niet veel beter met vijf stuks. Thibaut Courtois speelde er zelfs geen enkele en sprong van de U18 meteen naar de eerste ploeg. Jongens als Dembélé of Vertonghen kwamen meer dan tien keer uit voor de U21.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief