De gouden generatie van 2018 (Genkies Carrasco, Casteels, Courtois, en De Bruyne): "Intrinsiek hadden ze meer talent dan de andere sjotters"

Roland Breugelmans is sedert 1988 verbonden aan de Genkse jeugdopleiding. Tot 1998 tien jaar als coach, sindsdien als directeur. Hij volgde de ontwikkeling van de vier Genkse WK-gangers op de voet.

"Koen Casteels en Thibaut Courtois, allebei van 1992, waren er van bij het begin bij en hebben de hele opleiding doorlopen", vertelt Breugelmans in gesprek met Voetbalkrant.com. "Ze hebben allebei altijd evenveel minuten gekregen. Thibaut combineerde dat met de positie van linksachter, om zo zijn voetballend vermogen te ontwikkelen."

"Tot hun zestiende zijn Koen en Thibaut samen opgegroeid. Thibaut kreeg plots zijn kans in de A-kern en is als een komeet in de lucht geschoten."

Kevin De Bruyne en Yannick Carrasco legden een ander parcours af. "Kevin is hier toegekomen op zijn veertiende, Yannick op zijn dertiende", gaat Breugelmans verder. "Ze zaten samen in een gastgezin."

"Hun kwaliteiten staken er op dat moment nog niet bovenuit. Yannick was frêle en kreeg pas op latere leeftijd een groeischeut. Kevin zag wel al dingen die anderen niet zagen. Je hoopt ooit nog iemand met zijn vista tegen te komen, maar dat wordt moeilijk."

De Bruyne en Courtois braken finaal door in de Genkse hoofdmacht. "Ze bereikten op heel jonge leeftijd het eerste elftal. Toen wist je wel dat die twee uitzonderlijke kwaliteiten hadden en er hoge verwachtingen zouden komen."

"In 2010 pakten we de titel met eigen opgeleide jongens als Vossen, Hubert en Ogunjimi. Maar De Bruyne en Courtois hadden nog meer hun aandeel in dat kampioenschap."

"Het is absoluut fijn om ze nu alle vier op het WK te zien staan", besluit Breugelmans. "Want we hebben ook hun groeipijnen gezien. Maar intrinsiek hadden ze meer talent dan de andere sjotters. De drang om nu door te gaan tot het einde is immens. Ze zijn niet voldaan na Brazilië."