Twee jonge talenten kregen eindelijk hun kans bij Club, maar doorstroming is overal in België moeilijk: "Dat is écht problematisch"
Met Brandon Baiye (17) en Loïs Openda (18) laten twee tieners van zich horen bij Club Brugge. "Eindelijk", zullen veel fans van blauw-zwart zeggen. De doorstroming van eigen jeugdspelers is geen evidente zaak bij Belgische topclubs.
Het is een probleem waar elke club uit de G5 mee te maken krijgt, laat hoofd jeugdopleiding bij Club Brugge Pascal De Maesschalck verstaan in Het Laatste Nieuws. "Jeugdspelers die basisspeler worden in een topclub zijn heel schaars. Dat is ook zo bij Anderlecht, Gent, Genk en Standard. Kansen krijgen is één ding, ze grijpen een ander. Het is ook een zaak van doorzetting, niet te snel opgeven en terugvechten na een ontgoocheling."
Een gebrek aan concurrentie speelt ook mee. "De grootste talenten kennen tijdens hun opleiding amper weerstand", gaat De Maesschalk verder. "Ze spelen vaak in de nationale ploeg en verdienen al een aardig centje. Omringd door makelaars ontbreekt het hen vaak aan realiteitszin en vooral geduld."
"De korte termijn haalt het van de langere termijn"
De problematiek trekt zich door bij de andere eersteklassers. "In een topclub is de kloof tussen de beloften en de A-ploeg groter dan bij kleinere clubs. Dat net daar nóg minder jongeren doorbreken, is écht problematisch."
"Daarin speelt volgens mij ook de competitieformat een rol", vindt De Maesschalk. "Buiten een drietal clubs die vooraf enkel op het behoud mikken, wil iedereen een gooi doen naar play-off I. De korte termijn haalt het van de langere termijn. Spelers die wél doorbreken, doen dat meestal via omwegen. Kijk naar Cools en Mechele bij ons of Verstraete (Gent) of Trossard (Genk). Ook Dendoncker was enkele jaren geleden beschikbaar voor een uitleenbeurt."
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief