Ervaringsdeskundige over waarom 'sterspelers' uit 1A het zo moeilijk hebben in 1B: "Ik had het gevoel dat het veld veel kleiner was"

We vroegen het aan een man die het zelf meemaakte. Middenvelder Maxime Annys - tegenwoordig Eendracht Aalst - ging met Westerlo van tweede klasse naar eerste en weer terug. 

Het grote verschil is duidelijk voor Annys: "Er wordt veel meer gevochten en geknokt dan in eerste klasse. Het andere grote verschil voor mij is dat budget niet al te veel uitmaakt in 1B. Als je bijvoorbeeld Club Brugge tegen een kleinere ploeg zet is het verschil in kwaliteit enorm en ook doorslaggevend meestal. In 1B is dat niet zo."

Voor die andere ploegen is het een Champions League-wedstrijd

"Praktisch alle ploegen hebben hun budgetten gevoelig kunnen optrekken door buitenlandse investeerders. Daardoor konden ze betere spelers halen, meestal uit eerste klasse. Maar de formule helpt ook niet. In het slechtste scenario speel je op één seizoen zes keer tegen elkaar."

Maar om terug te komen op dat 'gevechtsvoetbal'... "Zo wil ik het niet noemen. Het is wel zo dat de meeste ploegen uitgaan van een goeie organisatie en op de tegenaanval willen spelen. Ik maakte het mee met Westerlo, toen we net gezakt waren. Iedereen wilde van ons winnen. Tegen een ploeg die uit eerste komt spelen, is voor de rest precies een Champions League-wedstrijd."

In 1B krijgen Kaya en Schoofs een mannetje op zich geplakt dat hen volgt tot op het wc

Het verklaart waarom jongens als Onur Kaya hun stempel (nog) niet kunnen drukken. "Als je de eerste keer tegen Union of Tubeke gespeeld hebt, heb je het snel door. Tegen zulke ploegen krijg je geen centimeter ruimte. Kaya is het ook niet gewend dat er iemand hem volgt tot op het wc."

"Maar in 1B krijgen mannen als hij of Schoofs constant een mannetje op zich geplakt. Ik had soms het gevoel dat ik op een veel kleiner veld speelde, maar dat was natuurlijk niet zo. Je hebt gewoon geen ruimte. Dat is wat Anderlecht ook mocht ervaren tegen Trnava."