WB-voorzitter Dirk Huyck spreekt voor het eerst over 'Propere Handen': "Eerlijk gezegd, ik kende die meldingsplicht niet"

"Ik wil me niet verbergen of stoppen. Dat zou een schuldbekentenis zijn", begint Dirk Huyck in gesprek met Het Nieuwsblad. Maar de voorzitter heeft de voorbije maanden duidelijk afgezien.

"Het is een hel geweest. Inmiddels slaap ik beter, maar ik lag voortdurend wakker, uit angst dat er iemand aan de deur zou staan. Van je bed gelicht worden zonder te weten wat er gebeurt, dan in een cel worden gestopt, terwijl ik sinds een incident in mijn jeugd kamp met claustrofobie. De hel."

De reden dat Huyck nu iets meer gemoedsrust heeft zijn... de beruchte telefoontaps. "Ik ben heel blij dat onze telefoons zijn afgetapt, want anders had ik in een lastiger parket gezeten. Dan zit je met een rist aan verklaringen. Die taps geven mij nu een garantie op rust. Strafrechtelijk maak ik me totaal geen zorgen."

Bij de voetbalbond ligt dat wel anders, want elke poging tot omkoping moet gemeld worden. "Eerlijk gezegd, ik kende die meldingsplicht niet. Ik ken het bondsreglement niet perfect", geeft Huyck toe. Of de situatie er anders zou uitzien als hij het wel wist? "Ooit zal ik op die vraag antwoorden. Nu niet."