Goudhaantje van de landskampioen wil niet per se vertrekken: "Genk is geen gevangenis, het is mijn familie"

Het verhaal van Samatta en Tanzania op de Afrika Cup was geen voltreffer. Tanzania moest met een 0 op 9 naar huis. Rust was er echter amper voor de aanvaller van KRC Genk. "Twaalf dagen, langer heb ik mijn voetbalschoenen niet langs de kant gelegd", vertelt hij in gesprek met HLN. "Die tijd heb ik gebruikt om bij mijn familie te zijn."

"Mijn kindjes hebben de meeste tijd opgeslorpt, zoiets geeft je wel zuurstof. Ze moeten mij zo lang missen, dan is het normaal dat ze de hele tijd rond mijn been hangen. Mijn broer Mohamed heb ik jammer genoeg niet gezien. Hij werkte met zijn club een toernooi af in Luanda."

Samatta is één van de sterkhouders uit de kampioenenploeg van Genk. Ook hij wordt vaak in verband gebracht met een transfer. "Ik moet voetballen, dat is mijn taak. Ik wil me niet bezighouden met alle geruchten. Mijn management weet dat ook. Vanaf twee dagen voor een wedstrijd wil ik met rust gelaten worden. Als iets echt concreet is, dan hoor ik het wel. Wat komt dat komt."

Het is dus niet dat Samatta - in tegenstelling tot Malinovskyi - absoluut wil vertrekken. "Natuurlijk niet. Genk is geen gevangenis. Genk is mijn familie. We zijn samen kampioen geworden en we gaan samen de Champions League in, waarom zou ik dan weg willen? Zolang ik gelukkig ben, is alles in orde", besluit de Tanzaniaan.