Dries Mertens: de ideale supersub of toch beslissender als titularis?
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Bij Napoli is Dries Mertens zeker van een basisplaats, maar bij de Rode Duivels moet hij zich meer dan eens tevreden stellen met een plaats op de bank. En dat terwijl zijn statistieken als titularis alles behalve slecht zijn.
Al sinds zijn eerste interland voor België is Dries Mertens bekend om zijn rol als luxe-invaller of joker in het geval van hoogste nood. Dat bewees hij andermaal in het duel tegen San Marino door schwung in de partij te brengen.
Als profvoetballer wil de kwieke aanvaller liefst elke partij aan de aftrap staan, maar anderzijds beseft hij ook wel dat trainers graag iemand met zijn profiel achter de hand houden op de bank.
In de 18 EK-kwalificatiematchen waarin Mertens in actie kwam startte hij er in negen. In de eindfase van een Wereldbeker speelde hij in elf matchen, waarvan zes keer als titularis. In totaal zit hij dan ongeveer aan een basisplaats per twee matchen. Alleen voor de WK-kwalificaties werd hij wel vaak als basisspeler ingezet: twaalf keer in veertien partijen.
Efficiënter als titularis
Sinds zijn eerste interland in februari 2011, een vriendenmatch tegen Finland, viel de Vlaams-Brabander 32 keer in voor de Rode Duivels. Daarin scoorde hij vijf goals en gaf hij zeven assists.
Zijn andere dertien goals in het shirt van de nationale ploeg scoorde hij als basisspeler. Veeleer 'supertitularis' dan 'supersub' dus.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief