Dit Antwerp moet domineren en aanvallen: Bölöni luistert maar best naar zijn spelers
Zonde... Dat zou het zijn moest Antwerp de komende weken niet evolueren naar een meer aanvallendere ploeg. Doodzonde zelfs, als je ziet wat voor een kern ze bij elkaar brachten op de Bosuil. Zelfs Laszlo Bölöni zal dat nu toch moeten inzien.
Gelukkig lopen er nu een paar personaliteiten meer rond bij Antwerp. Een Steven Defour of een Kevin Mirallas mag zijn mond al eens opentrekken tegen Bölöni. Van pakweg Aurélio Buta of Lamkel Ze pikt hij dat niet, maar jongens die hun sporen al verdiend hebben (en die hij ook kent) mogen dat wel.
Mondige groep
Zondagnamiddag omstreeks 15u20 stapten alle ervaren jongens - kapitein Haroun voorop - op hun coach af om hem te vragen meer aanvallend te mogen spelen. "We voelden dat we makkelijk tien meter hoger konden gaan spelen", aldus Defour. Maar waarom in godsnaam zo beginnen? Antwerp plakte 45 minuten tegen de eigen backlijn en probeerde er van daar uit te komen.
Waarom niet van bij het begin gewoon voor de aanval en de dominantie kiezen? Elke keer The Great Old in de tweede helft even de voet op de gas zette, moest Anderlecht in de eigen zestien terugkruipen. Met spelers als Mbokani, Lamkel Ze, Mirallas, Defour, Haroun en Refaelov kan je elke ploeg pijn doen: fysiek en technisch.
Gheysens eist goed voetbal en resultaat
Sommigen daarvan hebben wel al een gezegende voetballeeftijd bereikt en kunnen geen negentig minuten zo voetballen. Maar daarentegen hebben ze genoeg ervaring om de tegenstander onder controle te houden. Dus ja, hopelijk luistert Bölöni naar de smeekbede van zijn spelers.
Ook voor zijn eigen goed, want er waren al twijfels vorig seizoen en nu hij het materiaal gekregen heeft om mee te doen voor de prijzen, hopen ze in de bestuurskamer ook beter voetbal te zien. Luciano D'Onofrio mag hem dan wel verdedigen, Paul Gheysens is nu niet meteen de geduldigste voorzitter...
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief