De zoektocht naar de laagste stamnummers: 33, het team waar ook betreurde Jules Pappaert (van de gelijknamige trofee) even speelde
Foto: © photonews
Heel veel teams verwijzen graag naar hun stamnummer om de authenticiteit of oudheid van hun club in de verf te zetten. Bij de laagste stamnummers (en dus de oudste clubs) zijn vele teams echter al verdwenen. De komende maanden grasduinen wij in het verleden. Deze week: 33. Fléron.
Fléron is een stadje van 16.000 inwoners gelegen in de provincie Luik. Ene Denis Houf werd in dit dorpje geboren, waarna hij later nog zou spelen bij Standard Luik en Club Luik én 26 caps zou verzamelen voor de nationale ploeg.
Houf speelde nooit voor zijn plaatselijke voetbalclub, maar was er wel een lokale held tot de aanvaller op 80-jarige leeftijd stierf in 2012. In Fléron is er ook een Fort Fléron te vinden, een van de elf forten die rond Luik werden gebouwd.
Fusie
Maar ook de plaatselijke voetbalclub heeft een erg lange traditie. In 1908 zag Fléron FC het levenslicht, een dik decennium later dook de ploeg voor het eerst op in de nationale reeksen. Hoger dan tweede nationale zouden ze nooit raken.
Vanaf de jaren '50 werd het team een liftclub tussen de nationale en de provinciale reeksen, vanaf 1975 was het definitief over met het nationale voetbal. Uiteindelijk zou de club in 2002 een fusie aangaan met Royal Star Romsée (stamnummer 4154) en fuseren tot Star Fléron.
Stamnummer 33 bleef bij die fusie wel overeind, het stamnummer 4154 verdween uit de boeken van de Belgische voetbalbond. Momenteel speelt Fléron in de tweede provinciale Luik, en meer bepaald in de A-reeks.
Jules Pappaert
Het is er een middenmoter, al lijkt promotie naar eerste provinciale zeker niet voor dit seizoen te zullen gaan zijn. Hoewel het team nooit écht hoge ogen gooide, zijn er wel enkele bekende oud-spelers te vinden bij Fléron.
Matthieu Bollen verzamelde naam en faam bij Waterschei en zou later ook coach worden, maar vooral Jules Pappaert staat erg hoog aangeschreven in de Belgische voetbalgeschiedenis. Hem kennen we vooral van bij Union, waar hij meer dan een decennium voor speelde in de glorietijden.
In het seizoen 1941-1942 speelde hij op huurbasis voor Fléron. Naar de verdediger werd de Pappaerttrofee genoemd voor de ploeg die in een voetbalseizoen het langst ongeslagen kan blijven - een verwijzing naar Union 60, dat toen 60 wedstrijden zonder nederlaag wist af te werken.
Erelijst
/
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief