Analyse Hoe de klassieke nummer 10 langzaamaan meer en meer uit het voetbal verdwijnt
Foto: © photonews
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
De klassieke nummer 10 lijkt ondertussen volledig uit het voetbal verdwenen. De speler die strooit met de assists en vaak ook alle stilstaande fases voor zich neemt, is niet meer. Vandaag de dag is er bijna geen plek meer voor de stylisten van weleer.
Mesüt Özil verkommert op de bank bij Arsenal, Juan Mata doet dat bij Manchester United en James Rodriguez bij Real Madrid. Niemand met het kleinste beetje voetbalverstand die de kwaliteiten van deze drie heren zal ontkennen. Eén voor één prachtige balvirtuozen, die jammer genoeg niet mee zijn geëvolueerd met het moderne voetbal.
Vroeger konden jongens als Aimar en Riquelme het publiek nog bekoren met hun geweldige diepteballen of hun vele bruggetjes bij tegenstanders, maar vandaag de dag halen dat soort spelers de absolute top niet meer. In een niet zo ver verleden was James Rodriguez topschutter van het WK, dit seizoen lukte hij amper één doelpunt.
Vandaag de dag wordt er van middenvelders verwacht dat ze op alle aspecten bijdragen aan het spel. Kijk maar eens naar een Kevin De Bruyne die niet alleen het tempo bepaalt, maar ook ballen verovert, flanken afloopt en zich het verlengstuk van Pep Guardiola kan noemen op het veld.
Het beste voorbeeld loopt momenteel bij Bayer Leverküsen rond. Kai Havertz is de toekomst van de Duitse nationale ploeg. Laat dat net het land zijn waar Mesüt Özil in 2018 zijn afscheid bij aankondigde. Joachim Löw zei toen nog: "In het moderne voetbal bestaat er zoiets als een 'nummer 10' niet meer", ontegensprekelijk duidend op Özil.
Laat die Havertz nu net een verwezenlijking zijn van wat een moderne nummer 10 moet zijn. Havertz heeft de techniek en vista van een klassieke nummer 10, maar combineert dat met de kracht en snelheid van een moderne middenvelder. Een echte alleskunner.
Wat met Yari Verschaeren?
Ook in eigen land moet u niet te ver zoeken. Hoe rooskleurig ziet de toekomst van Yari Verschaeren uit. De beste positie van de jonge Rode Duivel is die als 'nummer 10', maar daarvoor zal Verschaeren nog wel wat boterhammen moeten eten. Het is ook veelzeggend dat Verschaeren geregeld naar de flank schuift, daar waar kleine, vinnigere spelers vaak wél doorbreken.
Keert de klassieke 'nummer 10' nog terug in het hedendaagse voetbal of kunnen we definitief vaarwel zeggen tegen baltovenaars op het middenveld?
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief