Het kostenplaatje van 400 miljoen euro en de eeuwige zoektocht van Guardiola naar de perfecte verdediging bij Man City
Dit jaar moest Manchester City de landstitel aan Liverpool laten. De aanvalsmacht van Pep Guardiola zorgde voor meer dan 100 goals, maar op de belangrijke momenten slikten de Citizens iets te gemakkelijk doelpunten. Bij Man City weten ze dus waar het beter moet...
Al sinds de komst van Pep Guardiola in 2016 zoekt Manchester City naar de perfecte verdediging. De eerste belangrijke nieuwkomer, en die is er nog steeds, was John Stones. Hij kwam voor 55,6 miljoen euro over van Everton.
368,4M euro aan directe versterkingen
Daarna kwamen er nog drie verdedigers die duurder waren dan Stones: Aymeric Laporte (65M), Joao Cancelo (65M) en Benjamin Mendy (57,5M). Sinds 1 juli 2016 betaalde Manchester City 368,4 miljoen euro aan verdedigers die een onmiddellijke versterking moesten zijn voor de club.
Daaronder rekenen we: Kyle Walker (50M), Danilo (30M) en meest recent Nathan Aké (45,3M). Het totale bedrag dat City aan verdedigers spendeerde sinds de intrede van Guardiola loopt zelfs nog op tot 408,5 miljoen euro, als we de transfers voor de toekomst erbij tellen. Philippe Sandler (2,5M), Angeliño (12M) en Issa Kaboré (4,5M) zijn daar drie voorbeelden van.
Vertrek van Kompany
De prijzenoogst onder Guardiola mag er zijn: twee titels, drie League Cups en een FA Cup. Maar het kan nog beter. Het grote doel, de Champions League winnen, is nog niet bereikt en de verloren landstitel doet ook pijn.
Daarom investeerde Man City deze zomer opnieuw stevig in een verdediger. Het vertrek van Vincent Kompany werd niet opgevangen en nu moet Nathan Aké de verdediging leiden zoals Virgil Van Dijk dat deed bij Liverpool.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief