René Vandereycken zag een herboren Anderlecht, maar mist nog één broodnodige pion
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Anderlecht had het in de beginfase van het duel met Club Brugge niet gemakkelijk, maar herpakte zich daarna wel en was veruit de betere.
Anderlecht kon een reactie na de nederlagen tegen AA Gent en Union SG goed gebruiken. Tegen Club Brugge lukte het om meer te laten zien. “Niet de eerste 20 à 25 minuten, maar daarna wel”, zegt Vandereycken aan Het Nieuwsblad. “Club Brugge kwam aan de aftrap met dezelfde elf als vorige week, bij Anderlecht ontbraken Refaelov en Verschaeren. Amuzu was een logische vervanger op links, Arnstadt was een verrassende naam op rechts, maar deed het goed. En Gomez kwam terug in de ploeg.”
Toch was het even zoeken voor de troepen van Vincent Kompany. “Anderlecht ging uit van de vertrouwde 4-4-2 en aanvankelijk hadden Zirkzee en Kouamé het moeilijk tegen drie centrale verdedigers.”
“Pas toen Anderlecht halfweg de eerste helft een extra mannetje mee naar voren schoof om druk te zetten, kreeg Club Brugge het moeilijker en leed het vaker balverlies. Club was technisch niet meer in staat om onder de druk uit te voetballen, waardoor Nsoki ging dribbelen om zich vrij te spelen. Het lukte weliswaar, maar zoiets zie je liever niet. Op die plek op het veld kun je geen wedstrijden winnen met dribbels, wel verliezen.”
“In de periode dat Anderlecht het moeilijk had, werden hun spitsen niet goed aangespeeld. Amuzu probeerde puur op techniek voorbij Skov Olsen te geraken, terwijl hij de bal voor zich uit moet duwen of in de diepte gestuurd moet worden om zijn snelheid uit te spelen. Mislukt dat eens, is dat geen drama. Ook Kouamé werd niet aangespeeld als hij centraal diep ging. Anderlecht mist de man die dat soort passes kan geven.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief