Wesley Sonck ziet dé verklaring voor toch wel opvallende EK-trend: "Een groot verschil met het verleden"
Foto: © photonews
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Op het EK zijn er al 13 doelpunten gescoord van buiten het strafschopgebied, en dat in slechts 21 wedstrijden. Ter vergelijking: op het afgelopen Wereldkampioenschap vielen er in 64 matchen slechts 12 afstandsgoals.
"Spelers zien dat natuurlijk ook," zegt KV Mechelen-speler Daam Foulon in het programma Dat is Fussball. "Die denken misschien: weet je, ik probeer het ook eens."
De gedurfde aanpak heeft niet alleen geleid tot spectaculaire doelpunten, maar ook tot een verhoogde spanning en onvoorspelbaarheid in wedstrijden.
Wesley Sonck, voormalig Belgisch international en voetbalanalist, merkt een duidelijke trend op. "Dat zag je duidelijk in de match van Denemarken," zegt hij. "Daar waren heel veel pogingen van buiten de zestien."
Die observatie onderstreept dat het niet slechts om incidentele successen gaat, maar om een bredere ontwikkeling binnen het voetbal. Spelers lijken steeds vaker te vertrouwen op hun vermogen om van buiten het strafschopgebied te scoren.
Sonck wijst op twee mogelijke verklaringen voor deze trend. "Er zijn 2 mogelijkheden: ofwel ligt het aan de bal ofwel ligt het aan de verdedigende manier van spelen van sommige ploegen. Het is dan zo dichtbevolkt in het strafschopgebied dat je wel vanaf afstand moet trappen."
De compacte defensieve opstellingen dwingen aanvallers om alternatieve strategieën te zoeken, en schoten van buiten de zestien lijken een effectief antwoord te zijn.
Daarnaast sluit Sonck niet uit dat de specifieke bal die tijdens het EK wordt gebruikt, de Fussballliebe, een rol kan spelen. "Als je de bal ziet vertrekken, krijgt hij precies extra snelheid mee. Een groot verschil met die zwabberballen uit het verleden, bijvoorbeeld op het WK in Zuid-Afrika."
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief