Hoe Anderlecht bijna een absolute toptrainer beet had: hier liep het mis
Foto: © photonews
Twaalf jaar geleden stond André Villas-Boas, toen nog een jonge en veelbelovende coach, kort op de radar van Anderlecht. De Portugees, die onlangs met overtuiging werd verkozen tot voorzitter van FC Porto, was destijds een naam die de sportieve leiding in Neerpede wist te intrigeren.
In 2012 stond Anderlecht voor een cruciale beslissing. Na vijf succesvolle jaren ging de club op zoek naar een opvolger voor Ariël Jacobs. Herman Van Holsbeeck, toenmalig manager van de club, richtte zijn pijlen op John van den Brom, succesvol bij Vitesse, en Ralf Rangnick, die beschikbaar was na zijn vertrek bij Schalke.
Maar Van den Brom zat vast aan zijn contract, en Rangnick gaf de voorkeur aan een rol als bondscoach. Ondertussen stroomden er via agenten steeds meer namen binnen. Onder de kandidaten bevonden zich opvallende figuren zoals Gianfranco Zola en Paolo Di Canio. Toch zorgde één naam voor opschudding: André Villas-Boas, schrijft La Dernière Heure nu.
De Portugees had net een tumultueuze periode bij Chelsea achter de rug, waar hij in maart 2012 ontslagen werd. Ondanks die tegenslag bleef hij een van de meest veelbelovende coaches ter wereld, mede door zijn eerdere successen bij FC Porto.
Van Holsbeeck liet de kans niet liggen en organiseerde een gesprek met de zaakwaarnemer van Villas-Boas. Dat gesprek duurde echter niet lang. “Na twee vragen was het al voorbij", lacht een getuige bij LDH. De tweede vraag ging over het financiële plaatje, en daar viel het plan meteen stil.
Villas-Boas verdiende bij Chelsea een nettoloon van drie miljoen euro per jaar. Ter vergelijking: Ariël Jacobs had een brutojaarsalaris van ongeveer 500.000 euro. Hoewel Villas-Boas nooit coach werd van Anderlecht, keert hij donderdag terug naar het Lotto Park. Niet als trainer, maar als voorzitter van FC Porto.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief