Stijn Stijnen heeft een wel héél aparte manier om te tonen dat hij de baas is: "Ik heb vier dagen naar een oorspecialist gezocht voor ik mocht spelen"
Foto: © photonews
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Bij Patro Eisden Maasmechelen zwaait Stijn Stijnen, ex-doelman van de Rode Duivels en Club Brugge, de scepter als trainer. Met een stevige portie humor en een flinke dosis peoplemanagement maakt hij zijn spelers duidelijk wie de baas is. Een ludiek voorbeeld geeft een inkijk in zijn aanpak.
Tijdens een oefenwedstrijd tegen Westerlo ging Stijnen een discussie aan met zijn linksachter. “Ik wilde hem corrigeren, maar hij negeerde mij twee keer. Ik liet het toen rusten, maar bracht het opnieuw ter sprake tijdens de wedstrijdbespreking voor de match tegen Club Luik."
"Ik richtte mij tot hem en zei: ‘Drie stoelen verderop zit een speler die mij óók eens negeerde. Die gaat jou nu vertellen wat daarvan gekomen is'", doet Stijnen het verhaal in HLN.
De bewuste speler moest de groep uitleggen wat er was gebeurd. “Hij vertelde: ‘Ik ben toen bij de trainer geroepen met de vraag of ik misschien een probleem met mijn oren had. Ik mocht pas terug bij de A-kern aansluiten als ik een attest van een oorspecialist kon voorleggen. Vier dagen heb ik gezocht naar een specialist die mij kon helpen!’ Iedereen in de kleedkamer moest lachen, maar mijn boodschap was duidelijk.”
Wie mijn autoriteit breekt, zet ik ludiek op een schavotje, maar mijn boodschap is altijd ernstig
De linksachter kreeg vervolgens een kans om het goed te maken, maar met een pittige uitdaging. “Ik zei hem: ‘Je staat in de basis tegen Luik, maar morgen ligt de lat bóven het stadion. Enkel door de match van je leven te spelen, kan ik het incident vergeten.’ Na de 2-0 overwinning kwam hij in de kleedkamer vragen: ‘Trainer, trainer, was het goed?’ Mijn antwoord: ‘Je hebt je best gedaan, jongen’", vertelt Stijnen met een glimlach.
Volgens Stijnen draait trainer zijn vooral om peoplemanagement. “Wie mijn autoriteit breekt, zet ik ludiek op een schavotje, maar mijn boodschap is altijd ernstig. Ik wandel ook vijftig keer per dag door de gang van de kleedkamer, om te observeren, te luisteren, of mijn arm over een speler te slaan. Elke speler vraagt om een andere aanpak. Een trainer die zegt dat hij iedereen hetzelfde behandelt? Quatsch!”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief