Interview Dario Van den Buijs, zoon van 'Stakke', kreeg het met de paplepel binnen: "Mijn vader was de meest kritische"
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
In de Nederlandse tweede klasse zit er nog eentje waar we nog van verwachten te horen. Dario van den Buijs, zoon van Club Brugge-assistent Stan (Stakke), is kapitein van FC Eindhoven en wordt er wekelijks geprezen voor zijn kwaliteiten. Een jongen die moedig aan de weg naar de top timmert.
En vooral geduldig, want de 21-jarige verdediger krijgt wel veel lof, maar zit nog niet op het hoogste niveau. Alhoewel het ver zoeken zal zijn naar een centrale verdediger met zo'n traptechniek. Bij Eindhoven neemt hij alle corners en vrije schoppen voor zijn rekening.
Dario, kapitein en als verdediger alle stilstaande fases voor je rekening nemen? Dat is toch speciaal?
"Zeker en vast. Het is tof om kapitein te zijn. Ik wil natuurlijk nog liever alles winnen, maar het is leuk voor mezelf. En ja, die stilstaande fases, dat was een beslissing van de trainer. Hij zei dat ik de beste traptechniek van de ploeg heb. En ik ben nu ook niet de beste kopper. Verdedigend ben ik er wel sterk in, maar aanvallend niet."
Een verdediger met de beste traptechniek van de ploeg...
"In de jeugd speelde ik op het middenveld en daar scoorde ik aan de lopende band. Bij Westerlo heb ik er eens twintig in een seizoen gemaakt. Maar bij Club trokken ze me een rijtje achteruit en het bleek dat ik het daar ook wel niet slecht deed. Maar ik zou nog altijd op het middenveld kunnen spelen, hoor."
Die stilstaande fases? Dat was een beslissing van de trainer. Hij zei dat ik de beste traptechniek van de ploeg heb
Veel van je leeftijdgenoten staan al in de hoogste klasse. Jij niet, maar we begrepen wel dat er interesse was?
"Ja, er was wel interesse, maar het is nooit echt concreet geworden. Maar ik zit nu bij Eindhoven en wil het allerhoogste bereiken met deze club."
Maar je wil natuurlijk wel hogerop?
"Zeker, als prof droom je altijd van het allerhoogste."
Welke rol speelde je vader in je keuze om profvoetballer te worden?
"Ik wilde absoluut prof worden omdat mijn vader het was. Elke dag in de auto vroeg ik hem tips wat ik moest doen om dat te bereiken. Ik wist het al van heel jong dat dit is wat ik wilde. "Zeg me wat ik moet doen om het te bereiken en ik doe het", zei ik tegen hem. Hij antwoordde dan altijd: "Eens je prof bent, zul je wel zien wat het is." Maar ik heb het me nog altijd niet beklaagd. Dit is toch het mooiste? Doen wat je graag doet en er betaald voor worden."
Als mijn broer en ik er eens de kantjes afliepen op trainingen kregen we het te horen hoor: "Moet ik daarvoor naar hier rijden?"
Was Stakke met jou bezig? Trainde hij jou?
"Dat ook, maar hij was vooral erg kritisch. Als mijn broer en ik er eens de kantjes afliepen op trainingen kregen we het te horen hoor: "Moet ik daarvoor naar hier rijden?" Dat waren veel pittige autoritten hoor. (lacht)"
De traptechniek heb je al. Waar moet je nog aan werken?
"Ik moet nog kilo's bijpakken. Ik moet de wil krijgen om elk duel te willen winnen. Voor een verdediger is het belangrijk om de nul te houden. Maar ik heb nog heel wat jaartjes voor me. Ik moet me nog geen zorgen beginnen maken. Een voetballer is pas op zijn 25ste op zijn best."
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief