Cercle Brugge neemt in het slotkwartier afstand van Eupen aan de Kehrweg
Foto: © photonews
Veertien spelers moest Eupen missen door het coronavirus. Zou het dat tegen Cercle Brugge kunnen opvangen? Het zag er lange tijd naar uit van wel, maar in het slotkwartier kraakte de thuisploeg alsnog. Deman en Hotić bezorgden Cercle een zesde zege in zeven competitiematchen.
Naast de vijf andere namen in de basiself was het effect van de Covid-uitbraak bij Eupen vooral te zien aan de samenstelling van de bank, met allemaal onbekende jonkies die daar plaats namen. Op het terrein werd vooral de aanwezigheid van Peeters en Prevljak gemist. De basisspelers keerden bij de line-up hun rug naar de televisiecamera's. Cercle Brugge moest het doen zonder Matondo.
Een enthousiaste start van Eupen kreeg geen vervolg. In het balbezit deed het behoorlijk mee, zonder gevaarlijk te zijn. Cercle dreigde een tikkeltje meer, maar vond ook de openingen niet. Daland kon bij een hoekschop van Hotić koppen, bij Eupen moesten ze zich reppen om nog voor de lijn op te ruimen. Op slag van rust strandde een kopballetje van Deman op de bovenkant van de dwarsligger.
Het openingskwartier van de tweede helft bracht een mogelijkheid voor beide teams. Eerst was er alweer de traptechniek van Hotić die aan de basis lag van doelgevaar. Miangue liep zich vrij op diens vrije trap en tikte via de buitenkant van de paal naast. Aan de overzijde moest Didillon een knal van Magnée over doel tikken.
Nadien verwaterde het wat en kreeg Eupen het ook fysiek moeilijker. Het was ondanks het moedige verweer niet helemaal onverwacht dat het zich in de slotfase alsnog gewonnen moest geven. Somers trapte in de kluts raak en na een strafschopfout van Magnée plaatste Hotić de elfmeter in de linkerbenedenhoek. In enkele minuten van 0-0 naar 0-2: het kon vanaf dan niet meer fout lopen voor Cercle Brugge.