Barça had de heenwedstrijd met 0-2 gewonnen. Real moest dus al voor een echte stunt zorgen om nog door te stoten naar de finale. José Mourinho had alvast gekozen voor een aanvallendere opstelling. De kansen in de eerste helft waren echter voor de thuisploeg. Zo redde Iker Casillas uitstekend op een schot van David Villa en nauwelijks een minuut later moest de Spaanse doelman zijn kwaliteiten tonen op een poging van de onvermijdelijke Lionel Messi.

Real had in de eerste helft geen enkele uitgespeelde kans. Een gevaarlijke voorzet van Cristiano Ronaldo was het voornaamste wapenfeit van de bezoekers in de eerste helft. Meteen na rust bracht Higuain Real wel op voorsprong, maar scheidsrechter Frank De Bleeckere keurde het doelpunt af. Minder dan tien minuten later voel een doelpunt aan de overkant. Een uitstekende pass van Andres Iniesta bereikte Pedro, die heel knap afrondde.

Barça had echter de neiging om nadien iets te hautain te beginnen voetballen en dat gaf de kans aan Real om toch weer in de wedstrijd te komen. Angel Di Maria mikte in eerste instantie nog op de paal. In de rebound vond hij evenwel Marcelo, die er 1-1 van maakte. Op dat moment moest Real nog wel twee keer scoren. Dat bleek een onmogelijke opdracht. Barcelona hield de aartsrivaal makkelijk onder controle en speelde de wedstrijd rustig uit.