Foto: © SC
AZ heeft opnieuw Europees kunnen stunten. Vanavond schakelden de Nederlanders het Turkse Fenerbahçe uit in de UEFA Cup. Invaller Maarten Martens zorgde voor de ommekeer en bracht de ploeg uit Alkmaar vanuit een verloren positie terug in wedstrijd.
AZ-coach Louis van Gaal koos na de 3-3 in Istanbul toch vol voor de aanval en stelde met Shota Arveladze, Danny Koevermans en onze landgenoot Moussa Dembele drie aanvallers op. Nourdin Boukhari en Demy de Zeeuw moesten voor toevoer vanop de flanken zorgen, maar slaagden daar in de hele eerste helft amper in. Fenerbahçe greep de macht op het middenveld en Mateja Kežman legde de zwakheden in de Alkmaarse defensie bloot. Eerst stuurde hij Henry Türner op weg naar de 0-1 en liet Alex de Souza die voorsprong een kwartier later verdubbelen.
Aan de rust bracht Van Gaal nog een Belg in het veld en de wissel van Maarten Martens bleek van goudwaarde voor AZ. Samen met de, ook al tijdens de pauze, ingevallen Julian Jenner creëerde de Rode Duivel voortdurend aanvallende impulsen en op het uur zorgde hij op het uur zelf met een schitterende solo-actie voor de aansluitingstreffer. De 1-2 vormde het begin voor een wervelend slothalfuur waarin beide teams de kans kregen om het duel in een definitieve plooi te leggen.
Uiteindelijk brak de Fenerbahçe-verdediging onder de Nederlandse druk en incasseerde ze in de 86e minuut een laat kopbaldoelpunt van Barry Opdam, na een vrije trap van Jenner vanop de linkervleugel. Na de 3-3 in de heenwedstrijd stootte AZ zo na een bloedstollende eindfase door naar de 1/16e finales. Daar ontmoet het de winnaar van het duel tussen Newcastle en Zulte Waregem. Indien de Vlaamse fusieclub vanavond nog voor een stunt kan zorgen in St. James Park, is het dus gewaarschuwd: AZ lijkt een gevaarlijke outsider te gaan worden in de strijd om de Uefabeker.