De eerste echte kans was meteen raak. Na amper acht minuten spelen haalde Ribéry uit van ver, de bal tikte net voor de neus van doelman Sorin, die knullig onder het leer doorging. Maar lang hield die voorsprong niet stand. Tien minuten later trapte Jelen aan de tweede paal de bal binnen, nadat de thuisploeg een corner niet weg kreeg. Marseille panikeerde niet en zocht beheerst naar een nieuwe goal. Die kwam er nog voor de rust: Cissé en Ribéry verschenen alleen voor Sorin, de eerste bediende de tweede perfect en Ribéry schoof de bal mooi onder Sorin door: 2-1, meteen de ruststand.

 

In de tweede helft bleef L’OM de wedstrijd controleren. Auxerre had wel de goede intenties, maar kon geen gaten vinden in de organisatie van de thuisploeg. In de slotfase liep Marseille verder uit. Twee minuten voor tijd trapte Taiwo een vrije trap net voor de zestien meter keihard tegen de touwen, al moet gezegd dat die vrijschop gegeven werd na een schwalbe van de ingevallen Niang. 3-1, over de hele wedstrijd gezien een verdiende zege voor Marseille, al konden de supporters niet meegenieten: de match werd voor gesloten deuren gespeeld naar aanleiding van de ontplofte bom in de thuismatch tegen Nice.