De thuisploeg kon in de eerste helft allesbehalve overtuigen. De eerste kans was zelfs voor Sedan: Pujol bediende Job, die Coupet met een kopbal op de proef stelde; de Franse nationale doelman duwde in hoekschop. Drie minuten later had L’OL haar antwoord al klaar. Wiltord draaide, op aangeven van Källström, weg van Sartre, doelman Regnault kon de bal nog net met zijn hand stoppen; een knappe reflex. De wedstrijd viel vervolgens stil en de eerste helft leek op een nul-nulletje af te stevenen, totdat Hatem Ben Arfa een geniale ingeving kreeg. Réveillère gaf de bal voor vanop rechts, Ben Arfa nam de bal knap in één tijd op de slof, de bal ging lang voorbij Regnault en de 1-0 was een feit.

 

Na de ietwat geflatteerde voorsprong begon Lyon gretiger aan de tweede helft. Dat leverde goeie kansen op: een vrije trap van Juninho werd schitterend uit doel geranseld door een sterke Regnault, een zoevend schot van Toulalan uit de tweede lijn ging nipt naast. In de blessuretijd probeerde Juninho het nog met een magistrale stifter, maar de lat voorkwam de 2-0.

In die andere zondagavondwedstrijd versloeg Nice Saint-Etienne. Pas in de tweede helft zou de wedstrijd openbreken. Diatta bracht ASSE al vroeg op voorsprong, maar David Bellion bezorgde de thuisploeg in het laatste kwartier alsnog drie levensbelangrijke punten.