Column Man aan de paal
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Zolang ik voetbal speel, toen terugspelen op de doelman nog kon en de Cisse nog vloog na een doelpunt, is het fenomeen mij al bekend. Eigenlijk gaat het veel verder terug. Terug naar de tijd waar Stan Cullis de Wolverhampton Wanderers naar grote successen leidde. Cullis, in een vorig verleden nog succesrijk verdediger, wou eigenlijk voetbaljournalist worden. Maar toen hij de functie van manager bij de Wolves aangeboden kreeg, weigerde hij niet. En gelijk kreeg hij. Cullis zorgde voor een kentering bij Wolverhampton en drukte voor immer zijn stempel op het voetbal. Bij één van z’n eerste trainingen introduceerde hij een verdedigende tactiek bij hoekschoppen en stilstaande fases. Die bestond er in om twee middenvelders aan de doelpalen te plaatsen. Een idee dat hij nooit heeft kunnen doordrukken als speler.
De tactiek bij vrije schoppen op zich kreeg veel weerklank bij de pers en werd nadien door Cullis zelf teruggeschroefd. De doelman zou te veel gehinderd worden door de spelers op de lijn en zou belemmerd worden in zijn taak om de bal pakken. Hoewel Marc Degryse en Emilio Ferrera er wel oor naar hebben om het terug te introduceren, blijft het eerder een rariteit. Bij hoekschoppen daarentegen kennen we het fenomeen nog tot op de dag van vandaag.
Door de jaren heen is de tactiekenbundel fel verdikt en tevens erg veranderd. In tegenstelling tot looplijnen, formaties, zones en balcirculaties, is er aan het verdedigen aan de doelpaal niet geraakt. Meer zelfs, het is een verdedigend-technisch deel van het spel geworden. VV DZOH in het Nederlandse Emmen staat bekend om de opleiding en de doorstroming van talentrijke jeugdspelers naar grote clubs als PSV, Utrecht en AZ. Speciale trainingen worden er gegeven met het oog op het positiespel bij stilstaande fases, waaronder ook hoekschoppen. Op zeer prille leeftijd krijgen de spelertjes de taak om iemand bij de eerste en tweede paal te plaatsen. Indien er tegenstanders bij komen te staan, moet het lengte bij lengte, te regelen door de doelman.
Natuurlijk hebben die kleintjes er baat bij om het zo vroeg mogelijk te leren. Later zullen ze immers een performant gedrag aan de dag leggen in het wegwerken van ballen op de doellijn. Door er van kindsbeen op te trainen krijgen ze dus het reactievermogen van een doelman. Voorbeelden zat natuurlijk. Zo zijn Salgado, Cannavaro en Maxwell schoolvoorbeelden van die gekweekte synergie tussen keepers en verdedigers vlak voor zo’n witte kalklijn. Ook in eigen land hebben we er zo eentje lopen, namelijk Eric Deflandre. Hoeveel keer zou hij onze Duivels al gered hebben van een grotere ondergang door op de juiste plaats staan in zulke spelmomenten.
Maar zoals bij elke voetbaltactiek is er ook hier een keerzijde aan de medaille. Zou het niet nuttiger zijn om de twee spelers op mandekking te laten spelen. Zo heeft de ploeg als geheel meer kopkracht en kan de aanvallende macht gemakkelijker bedwongen worden. Het is trouwens niet omdat er een speler de paal afdekt dat een doelpunt kan vermeden worden. We herinneren ons nog levendig het doelpunt van Philippe Albert tegen Nederland in Amerika. Jan Wauters stond wel aan de juiste kant van het doelhout maar stond tegelijk ook aan de grond genageld. Ook Portugees Maniche wist in het afgelopen EK een bal, eveneens gegeven uit hoekschop, zodanig te krullen dat een Nederlander aan de doelpaal niet voldoende was om een doelpunt te vermijden. Men kan zich dus de vraag stellen of de pionnen daar dus wel goed staan.
Desalniettemin leverde de verdedigende tactiek bij hoekschoppen al menig elftal de volle pot op. En net daarom overleefde de twee mannen aan de paal het moderne voetbal en wordt de tactiek nog steeds toegepast. En voor mij persoonlijk is het goed om weten dat wanneer je voetbaljournalist wil worden, de geschiedenisboeken niet veraf zijn. Maar laat ik eerst maar beginnen met de afwas.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief