Interview Vrouwen en de Mechelse derby

Het is bijna zover, zondagnamiddag wordt de vierde derby op goed anderhalf jaar tijd op gang gefloten.

Ter opwarming trokken we naar café Glasgow, één van de vele Mechelse cafeetjes waar er naar hartelust wordt vooruitgeblikt naar de stadsderby tussen Racing en KV. 
We ontmoeten er Katleen Broothaers (32) en Stien De Baere (21), twee hevige Mechelse voetbalsupporters. Katleens hart is roodgeel gekleurd, dat van Stien groenwit.

Hoe denkt de Mechelse vrouwelijke voetbalsupporter over het derbygebeuren? U leest het in deze derbyspecial.    

Hoelang gaan jullie al naar het voetbal, en hoe zijn jullie supporter geworden? 
K: “Sinds ’87, dus net voor de gloriejaren.” 
S: “Ik ga nog niet zo heel lang naar Racing. Maar het Racing-gevoel draag ik al veel langer in me, dat is me thuis met de paplepel ingegeven.”

Wat maakt Racing en KV zo speciaal?   
K: “Als je in derde klasse voor vijf- à zesduizend toeschouwers kan spelen, dan is dat toch wel iets speciaals. Het is de sfeer die je naar het stadion lokt. KV is één grote familie.”  
S: “Het Racing-gevoel is heel sterk, ook bij ons is er die familiale band. Het zijn stuk voor stuk heel sympathieke mensen en dat maakt het bijzonder fijn om er te komen.”  

Wat is het mooiste wat jullie al hebben meegemaakt bij jullie favoriete club?   
K: “Ook al was de Europacupfinale in Straatsburg een onvergetelijke ervaring, het allermooiste was ongetwijfeld de redding. Dat is iets waar alle supporters samen aan hebben gewerkt. Ook ik heb mijn steentje bijgedragen, niet alleen stortte ik een toch wel aanzienlijk bedrag op het daarvoor voorziene rekeningnummer, maar ook was ik op elke KV-actie aanwezig.”  
S: “De ontlading bij de late gelijkmaker op het veld van KV de vorige derby is misschien wel het mooiste wat ik op Racing heb meegemaakt. Daarnaast denk ik ook aan het eeuwfeest van vorige zomer en de 0-1- winst bij KV op 1 februari 2004.”  

Stroomt de derbystress reeds door jullie aderen?  
K: “Het is niet zo dat ik daar al dagen op voorhand van wakker lig. Maar ik vind deze week veel langer duren dan andere weken. Het is voor Malinwa niet alleen een belangrijke match omdat het de derby is, maar ook omdat winst of verlies zondag een belangrijke invloed kan hebben op de titelstrijd.”   
S: “Ach, het kriebelt wel, maar net als Katleen laat ik er mijn slaap (nog) niet voor. Ik ga zondag met volle moed naar het stadion, de afgelopen twee derby’s is gebleken dat Racing heel gevaarlijk uit de hoek kan komen in deze omstandigheden.”   
K: “Op verplaatsing is Racing inderdaad heel sterk, maar thuis hebben ze het reeds vaak laten afweten.”   
S: “Inderdaad, maar op een derby telt zoiets als het thuisvoordeel niet mee. Ik ben er zeker van dat onze spelers 200 procent aan inzet zullen tonen. Het zal een geladen wedstrijd worden.”    

Algemeen wordt aangenomen dat het voetbal een sport is 'voor en door mannen', toch tellen voetbalclubs een heleboel vrouwelijke supporters. Waarom is het voetbal ook zo aantrekkelijk voor vrouwen?   
K: “Dat is wel een erg moeilijke vraag. Natuurlijk is de sfeer bijzonder belangrijk, maar ook het sportieve aspect is zeker belangrijk, bij verlies ben ik daar een tweetal dagen niet goed van.”   
S: “Ach, een nederlaag is natuurlijk niet leuk, maar de dag nadien is dat al wel vergeten. Je kan al eens verliezen, dat is voetbal, maar uiteindelijk is het de sfeer waarvoor je het doet.”  

Bij Racing werd ‘derbyman’ Joël Crahay vorige maand vervangen door Patrick Asselman. Kan trainer Asselman even goed doen als Crahay?   
S: “Ik denk het wel. De spelers hebben twee weken de tijd gehad om zich klaar te stomen voor de derby. Ik heb er, zeker na de knappe prestatie op het veld van Denderhoutem, een goed oog in. Asselman heeft ook wel bewezen Racingbloed in zijn aderen te hebben stromen, hij zal er samen met de spelers honderd procent voor gaan.”  

De trainer van Racing, Asselman, heeft ook een verleden bij KV. Wordt hij nu door de Malinwa-aanhang als een ‘verrader’ aanzien? 
K: “Vanzelfsprekend, maar dat het “ne Racinger” is, dat wisten we al langer.”  

Wat vinden jullie het tofste aan een derby?   
K: “Ik hoop van harte dat dit de laatste derby wordt. (lacht) Het stoort me wel dat de media het derbygebeuren zo opklopt, al is dat sterk verbeterd in vergelijking met de derby in 2003.” (de eerste derby sinds ’97, nvdr.)   
S: “Ik vind het juist fijn dat er door de media zoveel aandacht aan geschonken wordt. Zoveel supporters die naar een match in de derde klasse gaan kijken, dat is toch iets unieks.”    

'Vrouwen begrijpen niets van voetbal' wordt er vaak - vooral door mannen dan - geopperd. 'Ze komen alleen maar naar het voetbal om de benen van de mannen te bekijken'. Zit er waarheid in deze citaten?   
K en S (lachen samen): “Het is wel mooi meegenomen ...”  

Mogen wij dan vragen van welke speler je vindt dat hij de mooiste benen heeft?   
K:(zonder twijfel) “Osman Serbest.” 
S: “Mag ik een lijstje geven? Neen, eigenlijk let ik daar niet echt op, maar “ons mama” wel.” (lacht)  

Sommige spelers, maar ook supporters, dragen bij elke erg belangrijke wedstrijd een bepaald kledingstuk of hebben een ritueel. Zijn jullie bijgelovig?   
K: “Wel, ik heb gele kousen met rode strepen, en toen we twee weken geleden thuis speelden tegen Turnhout had ik deze aangetrokken. Omdat we die match wonnen, trok ik ze vorige week tegen Sporting West opnieuw aan. Ook die match wonnen ze, dus zondag zal ik ze opnieuw aan hebben.” (lacht)   
S: “Het enige wat ik doe is het groenwit lakken van mijn nagels, de dag voor de derby. Dat heeft de vorige twee derby’s ook geluk gebracht. Voor de overige wedstrijden hou ik er geen bijgelovige gewoontes op na.”    

Kunnen jullie nog door dezelfde deur na een voor jouw ploeg ongunstige uitslag na het derbytreffen?  
K: “Eigenlijk heb ik veel vrienden die voor Racing supporteren, en ook na een eventueel verlies van KV kan ik met hen nog wel een pint drinken. Al hoeft dat dan niet meteen na de wedstrijd.”   
S: “Er zal altijd wel eens een woordje vallen, maar dat is nooit kwetsend bedoeld en mag ook nooit een reden zijn om elkaar in de haren te vliegen.”    

We gooien wat olie op het vuur: wie is nu eigenlijk de 'ploeg van 't stad'?   
K: “Dat is duidelijk, dat zijn wij. Kijk maar eens naar ons palmares: de Europacupbeker gewonnen, Beker van België, landskampioen, al die jaren eerste klasse, hooguit de meeste supporters,... Onze geschiedenis is veel rijker dan die van onze buren. Dat moet zelfs ‘ne Racinger’ toegeven, denk ik.”   
S: “Ze hebben dit alles inderdaad bereikt maar ze moeten niet steevast teruggrijpen naar het verleden, ze zouden beter eens naar het heden kijken. Racing is er in geslaagd om ruim 100 jaar een financieel gezonde club te blijven, en voor mij telt de regel ‘de oudste ploeg, is dé ploeg van ’t stad’, en dat is en zal altijd Racing zijn.”   
K: “Het gaat hier over de titel ‘ploeg van ’t stad’, toch niet over de ‘eerste ploeg van ’t stad’. Trouwens als die financiële problemen niet de kop hadden komen opsteken, dan hadden we nu nog steeds in de hoogste klasse gevoetbald.”    

Er zijn in beide Mechelse kampen enkele supporters die de stadsrivaal geen eurocent gunnen. Zij blijven liever thuis dan ook maar één voet in het hol van de leeuw te moeten zetten. Hoe ver gaat jullie fanatisme?   
K: “Er was eerst sprake van een georganiseerde boycot langs KV-zijde. Uit solidariteit voor die actie heb ik heel lang gewacht om mijn derbytickets te gaan halen. Maar toen duidelijk werd dat de boycot door vele KV-supporters in de wind geslagen werd, besloot ik om toch te gaan kijken.”   
S: “Uiteraard zijn die haatgevoelens er wel, maar toch heb ik de vorige twee derby’s niet met het gedacht gespeeld om niet te gaan kijken in het Scarletstadion. Je moet gaan om je ploeg een hart onder de riem te steken.”    

Stel je moet kiezen: 'beide derby's winnen, maar geen kampioen spelen' of 'beide derby's verliezen, maar wel de kampioenstitel mogen vieren'.   
K: “Dan kies ik uiteraard voor het tweede.” 
S: “Een derbywinst is natuurlijk iets heel moois, maar het vieren van een kampioenstitel is toch net dat ietsje meer.”  

We hebben het daarnet al over de mooie benen gehad, maar stel nu dat je de kans krijgt om met een speler een avondje te gaan stappen. Wie zou je kiezen?   
K: (na lang nadenken) “Ik twijfel tussen Kurt Stoops en Yve Thijs, ik wil best wel met beiden op stap.” (lacht)   
S: “Een moeilijke vraag. Peter Sleven ziet er me wel een fuifnummer uit.” (lacht)

Tot slot: Een pronostiekje? 
K: “0-4, tweemaal Goots, Ribus en Thijs prikken er elk eentje tegen de netten.” 
S: “1-0 en een doelpunt van ‘Putje’.” 
K: (verbaasd) “Wie is ‘Putje’?” (Vraagt aan een vriendin: ‘Ken jij ‘Putje’?) 
S: (op haar teen getrapt) “Nechelput, natuurlijk.”

< Kristof Somers & Loïc Verstraeten >