Interview Voetbalkrant sprak met René Trost

Beluister het interview (mp3)

Mist en koude maken zich meester over het jeugdcomplex van Lierse SK. Desondanks kunnen de jeugdploegen toch hun wedstrijden tegen KSV Roeselare afwerken. In schril contrast met de weersomstandigheden ontmoeten we een warme en enthousiaste René Trost, de nieuwe trainer bij de Pallieters. Hij vertoeft graag in Kessel om de geel-zwarte toekomst te zien spelen. Een koffietje drinken in de kantine hoort daar voor de 40-jarige ex-speler van Roda JC ook bij. Iets wat ze daar nog niet veel meemaakten. Met de grote jongens wil hij zich dit seizoen handhaven in eerste nationale. “Voor degradatievoetbal hebben we ijzervreters nodig”, aldus Trost. Maar hij beseft dat het niet gemakkelijk zal worden. “Het is vooral een mentale kwestie, daar probeer ik dan ook aan te werken.”

 

 

“Het is niet gemakkelijk om de spelersgroep te ‘genezen’. Anders was de vorige trainer daar ook wel in geslaagd. Ik heb geprobeerd vooral aan het mentale te werken. Tegen Roeselare en Lokeren zag ik zowel op technisch, tactisch als mentaal vlak enkele positieve dingen. Ik hoop dat de jongens zich daaraan kunnen optrekken. Je moet langzaam aan sprongetjes vooruit maken. Zo kan de ploeg terug de resultaten halen waartoe die ploeg in staat is. Aan de motivatie zal het niet liggen. Er moet gewoon eens een goed resultaat uit de bus vallen. Tegen Roeselare speelden we helemaal niet goed, maar winnen we toch op strafschoppen. Dat is al een grote stap vooruit. De groep kan dan verder groeien. Zowel mentaal als speltechnisch.”

 

“Yves Vanderstraeten was de eerste speler waarmee ik een gesprek had. Zijn keuze was er een op mentaal vlak. Het heeft voor hem goed uitgepakt, maar dat wil niet zeggen dat Cliff Mardulier in de prullenmand ligt want hij is een jongen voor de toekomst. Keeperstechnisch kon ik het toen allemaal nog niet beoordelen.”

 

“Het aantal buitenlanders in de kern mag absoluut niet het hoofdprobleem genoemd worden. De groep gaat heel goed en aangenaam met elkaar om. Dat is al wel eens anders geweest. Buitenlanders kunnen wel eens voor een probleem zorgen, maar hier valt dat zeer goed mee. Al zijn er altijd wel wat probleempjes. Ze krijgen nu Nederlandse les en dat wordt strikt opgevolgd.”

 

“Dat is natuurlijk voor lange termijn en we moeten op korte termijn werken. Op dit moment brengen ze niet de meerwaarde die van hen wordt verwacht. Als een buitenlander naar hier wordt gehaald moet die een meerwaarde brengen, anders moet je voor de eigen jeugd kiezen. Ik heb nu wel met deze jongens te maken en moet respecteren dat de club ze heeft gecontracteerd. We moeten proberen het beste uit deze spelers halen want ze willen wel heel graag presteren.”

 

“Qua opleiding heb ik een behoorlijke bagage en ben zeven jaar assistent-trainer geweest bij Roda JC. Ik heb zelf meer dan 300 wedstrijden op het hoogste niveau gespeeld. Dan weet je wat spelers voelen. Bovendien heb ik kunnen samenwerken met goede trainers. Met de jeugd heb ik ook veel samengewerkt en daar hebben Lierse en ik wel veel raakvlakken. Het enige wat mij ontbreekt is een naam. Als ik die naam maak, dan gaat het ook goed met Lierse. Het belangrijkste blijft dat je een win-win situatie creëert.”

 

“Als Nederlander ben je geneigd om heel snel ‘Nederlands’ te doen. Ik probeer dat wel te vermijden, maar ik ben wel een liefhebber van goed en verzorgd voetbal. De vraag is of dat op dit moment wel het belangrijkste is. Deze ploeg heeft wel heel goed voetbal in de ploeg. Langzaam maar zeker zal je dat er in moeten krijgen, want daar ligt onze kracht.”

“Maar degradatievoetbal eist natuurlijk wat anders. Je hebt daar ijzervreters nodig. Naast de mooie voetballers heb je ook spelers nodig die er eens de klauw in zetten. Spelers die net dat extra zetje gaan geven. Waardoor net dat publiek gaat mee doen. Waardoor net die bal binnen blijft. Waardoor je net die ene sliding maakt om die bal te krijgen. Daar probeer ik een mix in te vinden al ken ik nog niet alle kwaliteiten van de spelers.”

 

“De mentaliteit bij de Belgische voetballer is veel positiever dan bij zijn Nederlandse collega’s. Die gaan meer vragen ‘Waarom moeten we dit doen?’ Hier doet men vaak heel graag wat gevraagd wordt. Het kan ook wel een nadeel zijn. Ze zijn misschien te braaf. Ik eis ook veel van de ploeg zelf. Speltechnisch is er een groot verschil. Nederlanders ageren meer, Belgen reageren meer. In Nederland wordt er meer vrijuit gevoetbald. Ze gaan uit van de eigen kracht. Op technisch gebied zijn er hier in België voldoende spelers die in Nederland mee kunnen. Maar de vraag is of het voldoende wordt gepromoot.”

 

“De wedstrijd zal meer open zijn dan tegen Roeselare. Die stonden qua organisatie zeer goed en dan is het zeer moeilijk om er door te geraken. Tegen Genk zal je veel verzorgder kunnen spelen. Er zullen meer kansen komen, hopelijk meer voor ons dan voor hen. Als je dan in het begin een treffer maakt, dan kan het nog wel eens heel spannend worden.”

En weg was hij, René Trost. Een snelle hap van zijn boterham en wat druifjes mee om de wedstrijd van de -16 te volgen. Met een trosje druiven in de handen volgden we zijn voetsporen naar het nabij gelegen veld. René Trost, een man van het volk.

Beluister het interview (mp3)