Baskische derby, nog meer in de schaduw

                        

Deportivo Alavés werd begin jaren twintig opgericht. Eerst was de club bekend onder de naam Sport Friend’s Club, maar al gauw werd er gekozen voor de huidige naam. In 1930 slaagden de albiazules er voor het eerst in te promoveren naar de hoogste afdeling. De Basken konden slechts één seizoen van de Primera División genieten, drie jaar later speelde de club al in Tercera División (overeenkomstig met vierde klasse in België). In 1954 werd el Glorioso kampioen in tweede klasse en behaalde zo zijn tweede promotie naar eerste klasse. De vreugde was opnieuw van korte duur, twee jaar later stond Alavés terug in tweede klasse. Tot eind jaren ’90 vertoeven de Basken afwisselend in Segunda División, Segunda División B en Tercera División.

In het seizoen 1997-1998 bereikte het bescheiden Alavés de halve finales van de Copa del Rey. In de achtste finales hadden de albiazules het grote Real Madrid uitgeschakeld. Datzelfde jaar ging de club over naar eerste klasse. In 2000 bereikte de club uit Vitoria de zesde plaats, die recht gaf op deelname aan de Uefa-cup. De Europese campagne was hét hoogtepunt in de clubgeschiedenis. Alavés bereikte de finale van de Uefa-cup. Deportivo Alavés verloor na een spetterende wedstrijd van Liverpool (5-4). Het was ongetwijfeld de beste Europese clubfinale in jaren.

 

Een jaar later zakte de club opnieuw naar de Segunda División. In 2004 nam de Oekraïner Dmitry Piterman de club over en investeerde geld in de club om Alavés terug op het hoogste niveau te brengen. Momenteel staat Alavés net boven de degradatiezone, drie punten meer dan Real Sociedad. Bekende spelers van Alavés waren de Nederlanders Richard Witschge en Jordi Cruijff, de Rus Aleksandr Mostovoj, de Spanjaarden Javi Moreno en ex-Barça Abelardo. Momenteel loopt er ene John Aloisi in de spits. De Australiër speelde in lang vervlogen tijden nog op de Bosuil.

 

Athletic Club de Bilbao werd onder invloed van enkele Engelse zakenmannen opgericht in 1898. In de beginjaren van de twintigste eeuw was Athletic één van de succesvolste clubs in Spanje. De rojiblancos behaalden verschillende Spaanse bekers en speelden regelmatig tot het einde van het kampioenschap mee voor de eerste plaats. In 1930 werd de Baskische club voor de eerste keer kampioen van Spanje. In die campagne hadden de Basken FC Barcelona verslagen met de grootste overwinning (12-1) uit de Spaanse voetbalgeschiedenis. Athletic was in die tijd echt een voorloper op zijn tijd. In 1935 vatten de leones het seizoen aan met een voorbereiding in Zuid-Amerika.

In de beginjaren van de dictatuur van Franco, werd de clubnaam omgedoopt tot Atlético de Bilbao. De Baskische taal was in die periode uit den boze. Tot eind jaren ’50 kroonde Athletic zich nog vijf maal tot kampioen van Spanje. In het seizoen 1976-1977 hadden de Basken een prachtige Uefa-bekercampagne. De club behaalde de finale, die toen nog over twee wedstrijden werd beslist. In die finale troffen de Basken het Italiaanse Juventus. In Turijn verloren de Spanjaarden met 1-0. In San Mamés wonnen de Basken nog wel met 2-1, maar de Oude Dame ging met de beker aan de haal dankzij het uitdoelpunt. Begin jaren ’80 kende Athletic een nieuw hoogtepunt in zijn rijke geschiedenis. De club werd twee jaar (’83 en ’84) op rij kampioen van Spanje.

 

De volgende jaren zijn een aaneenschakeling van hoogtepunten en dieptepunten. In 1995 moest het team vechten tegen de degradatie en in ’98 plaatste Athletic zich voor de Champions League. De club was voor het eerst aanwezig op het kampioenenbal in het jaar dat de club 100 jaar werd. Momenteel vecht de club weer tegen de degradatie. De ploeg uit Bilbao staat op de twaalfde plaats, maar heeft slechts twee punten meer dan zijn opponent van zondag, Alavés. Vanaf 1912 speelde er slechts één buitenlander bij de club: de Franse Bask Bixente Lizarazu. Andere bekende spelers waren keeper Zubizarreta, verdedigers Goikoetxea en Del Horno (Chelsea) en aanvaller Ezquerro (Barcelona).